Dit is een vertaling van een transcript van een lezing "War by media and the triumph of propaganda" door John Pilger, tijdens het Logan Symposium, op 5 december 2014. Hier op youtube.
Oorlog via de media en de
triomf van propaganda
Waarom is zoveel
journalistiek afgedaald naar het niveau van propaganda? Waarom zijn
censuur en manipulatie normaal geworden? Waarom is de BBC zo vaak een
spreekbuis van roofzuchtige macht? Waarom bedriegen de New York Times
en de Washington Post hun lezers?
Waarom is het jonge
journalisten niet geleerd om media-campagnes te doorzien en het
twijfelachtige nut te doorgronden van valse objectiviteit?
En waarom is het ze niet
geleerd dat de essentie van zoveel van - wat aangeduid wordt als - de
'mainstream media' niet om informatie gaat, maar om macht?
Dit zijn dringende vragen.
De wereld wordt geconfronteerd met het vooruitzicht van een grote
oorlog, misschien nucleaire oorlog - met de Verenigde Staten dat
duidelijk vastbesloten is om Rusland te isoleren en te provoceren, en
uiteindelijk ook China. Deze waarheid wordt ondersteboven en
binnenstebuiten gekeerd door journalisten, met inbegrip van degenen
die de leugens herhaalden die tot het bloedbad van Irak in 2003
hebben geleid.
De tijd waarin we leven is
zo gevaarlijk en zo vervormd in de publieke perceptie dat propaganda
niet langer, zoals Edward Bernays het noemde, een "onzichtbare
overheid" is. Het is de overheid. Het regeert rechtstreeks,
zonder vrees voor tegenspraak en haar voornaamste doel is de
verovering van ons; ons gevoel van de wereld, ons vermogen om de
waarheid van de leugen te kunnen onderscheiden.
Het 'informatietijdperk'
is eigenlijk een 'media tijdperk'. We hebben de oorlog via de media;
censuur van de media; demoniseren door de media; vergelding via de
media; misleiding door de media - een surrealistische lopende band
van kritiekloze clichés en valse aannames.
Deze macht tot het creëren
van een nieuwe 'werkelijkheid' ontstond niet vanuit het niets.
Vijfenveertig jaar geleden, veroorzaakte een boek met de titel; 'The
greening of America' een sensatie. Op de cover stond te lezen:
"Er komt een revolutie aan. Het zal niet zo als revoluties
uit het verleden zijn. Het zal afkomstig zijn van het individu...".
Ik was destijds een
correspondent in de Verenigde Staten en herinner me de plotselinge
verheffing tot goeroe status van de auteur, een jonge Yale
academicus, Charles Reich. Zijn boodschap was dat de waarheid
vertellen en politieke actie voeren gefaald hadden en alleen
"cultuur" en introspectie de wereld kon veranderen.
Binnen een paar jaar had,
gedreven door de krachten van de winst, de 'ik' cultus ons gevoel van
saamhorigheid vrijwel totaal overweldigd, samen met ons gevoel voor
sociale rechtvaardigheid en internationalisme. Klasse, geslacht en
ras waren gescheiden. De persoonlijk vervolmaking was het enige
politieke item geworden en de media was de boodschap op zichzelf
geworden.
Het fabriceren van een
nieuwe 'dreigingen', in het kielszog van de Koude Oorlog, maakte de
politieke desoriëntatie van diegenen die 20 jaar eerder een heftige
oppositie zouden hebben gevormd compleet.
In 2003 filmde ik in
Washington een interview met Charles Lewis, de vooraanstaande
Amerikaanse onderzoeksjournalist. We bespraken de invasie van Irak
van een paar maanden eerder. Ik vroeg hem: "Wat als de meest
vrije media in de wereld George Bush en Donald Rumsfeld serieus het
vuur aan de schenen had gelegd en hun beweringen zou hebben
onderzocht in plaats van het klakkeloos doorgeven van datgene wat
later ordinaire propaganda bleek te zijn?”
Hij antwoordde dat als wij
journalisten ons werk goed zouden hebben gedaan "er is een
zeer, zeer goede kans is dat we dan niet aan de oorlog met Irak
zouden zijn begonnen."
Dat is een schokkende
verklaring, en één ondersteund door andere beroemde journalisten
aan wie ik dezelfde vraag voorlegde. Dan Rather, voorheen van CBS,
gaf me hetzelfde antwoord. David Rose van de Observer en ervaren
journalisten en producenten bij de BBC, die anoniem wensten te
blijven, gaven me hetzelfde antwoord.
Met andere woorden, als
journalisten hun werk goed zouden hebben gedaan, als ze de propaganda
in twijfel zouden hebben getrokken en het onderzocht zouden hebben, in plaats van het
versterken ervan, dan zouden honderden duizenden mannen, vrouwen en
kinderen vandaag nog in leven kunnen zijn; en miljoenen misschien
niet hun huizen zijn ontvlucht; zou de sektarische oorlog tussen
soennieten en sjiieten misschien niet zijn ontvlamd, en er nu
misschien geen beruchte Islamitische Staat bestaan.
Zelfs nu, ondanks de
miljoenen die de straat op gingen om te demonstreren, had het
merendeel van het publiek in de westerse landen nauwelijks enig idee
van de omvang van de misdaden die door onze regeringen gepleegd zijn
in Irak. Nog minder zijn zij zich ervan bewust dat in de 12 jaar voor
de invasie, de Amerikaanse en Britse regeringen een massaslachting
begonnen waren door de Iraakse burgerbevolking de noodzakelijke
levensvoorzieningen te onthouden.
Dat zijn de woorden van de
hoge Britse ambtenaar die verantwoordelijk was voor de sancties tegen
Irak in de jaren 1990 - een middeleeuwse belegering dat de dood van
een half miljoen kinderen veroorzaakte onder de leeftijd van vijf
jaar, meldde Unicef. De naam van de ambtenaar is Carne Ross. Op het
ministerie van Buitenlandse Zaken in Londen, stond hij bekend als "Mr
Irak". Tegenwoordig is hij iemand die de waarheid openbaart over
hoe overheden bedriegen en hoe journalisten gewillig dat bedrog
helpen verspreiden. "We voerden journalisten feit-achtigheden
afkomstig van opgeschoonde inlichtingen," vertelde hij me, "of
anders kregen ze niets meer van ons."
De voornaamste
klokkenluider tijdens deze verschrikkelijke, stille periode was Denis
Halliday. Als toenmalig adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde
Naties en de hoge VN-functionaris in Irak, nam Halliday liever
ontslag, dan een beleid uit te voeren dat hij beschreef als genocide.
Hij schat dat de sancties verantwoordelijk waren voor de dood van
meer dan een miljoen Irakezen.
Wat Halliday toen overkwam
was leerzaam. Hij werd onzichtbaar gemaakt. Of hij werd belasterd. Op
het Newsnight-programma van de BBC, schreeuwde presentator Jeremy
Paxman hem toe: "Sta je nu hier gewoonweg Saddam Hoessein te
verdedigen?" The Guardian omschreef dit onlangs als een van
Paxman's "memorabele momenten". Vorige week ondertekende
Paxman een boekcontract ter waarde van 1 miljoen pond.
De loopjongens die cijfers
minimaliseerden hebben hun werk goed gedaan. De feiten spreken voor
zich. In 2013, bleek uit een ComRes enquête dat een meerderheid van
het Britse publiek geloofde dat het aantal slachtoffers in Irak
minder dan 10.000 bedroeg - een fractie van de waarheid. Een
bloederig spoor dat van Irak naar Londen liep, is bijna schoon
geschrobd.
Rupert Murdoch zou de godfather van de media maffia
zijn, en niemand behoeft te twijfelen aan de gebundelde macht van
zijn kranten - alle 127 van hen, met een gezamenlijke oplage van 40
miljoen, en zijn Fox-netwerk. Maar de invloed van Murdochs imperium is niet groter dan de weerspiegeling van de media in zijn algeheel.
De meest effectieve
propaganda kom je niet tegen bij The Sun of op Fox News - maar onder
een liberaal aureool. Toen de New York Times beweringen publiceerde
dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had , werd die valse
bewijzen geloofd, omdat het niet van Fox News afkomstig was; het was van "De" New York Times.
Hetzelfde geldt voor de
Washington Post en The Guardian, die beide een cruciale rol
hebben gespeeld in de conditionering van hun lezers, teneinde een
nieuwe en gevaarlijke koude oorlog te accepteren. Alle drie de
liberale kranten hebben de gebeurtenissen in Oekraïne foutief
voorgesteld als zijnde een boosaardige daad door Rusland – terwijl
de door fascisten geleide coup in Oekraïne het werk was van de
Verenigde Staten, geholpen door Duitsland en de NAVO.
Deze omkering van de
werkelijkheid heeft zo diep kunnen wortelen dat de noodzaak van de
militaire omsingeling door Washington en intimidatie van Rusland niet
eens ter discussie staat. Het is niet eens nieuws, maar verborgen
achter een smeer- en angstcampagne van het soort waarmee ik ben
opgegroeid tijdens de eerste koude oorlog.
Opnieuw wil het Rijk van
het Kwaad ons te pakken nemen, onder leiding van een nieuwe versie
van Stalin of, nog perverser, een nieuwe Hitler. Kies je demon en leef je uit.
De onderdrukking van de waarheid over Oekraïne
is een van de meest complete nieuws blackouts die ik me kan
herinneren. De grootste Westerse militaire opbouw in de Kaukasus en
Oost-Europa sinds de Tweede Wereldoorlog is onzichtbaar gemaakt.
Geheime hulp van Washington aan Kiev en zijn neo-nazi brigades die
verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden tegen de bevolking van
Oost-Oekraïne is weggeretoucheerd. Bewijs dat propaganda weerspreekt
dat Rusland verantwoordelijk was voor het neerschieten van een
Maleisische verkeersvliegtuig is verduisterd.
En nogmaals, zogenaamd
liberale media zijn de censor. Citeren geen feiten, geen bewijs, een
journalist wees een pro-Russische leider in Oekraïne aan als de man
die het vliegtuig naar beneden had geschoten. Deze man, zo schreef
hij, was bekend onder de naam 'The Demon'. Het was een enge man, die
de journalist angst aanjoeg. Dat was het bewijs.
Velen in de westerse media
hebben hard gewerkt om de etnisch Russische bevolking van Oekraïne
te presenteren als buitenstaanders in hun eigen land, bijna nooit als
Oekraïners op zoek naar een federatie in Oekraïne en als burgers
van Oekraïne die zich verzetten tegen een buitenlandse
georkestreerde coup tegen hun gekozen regering.
Wat de Russische president
te zeggen heeft is niet van belang; hij is een pantomime schurk die
ongestraft naar wens misbruikt kan worden. Een Amerikaanse generaal
die aan het hoofd van de NAVO staat en rechtstreeks uit Dr.
Strangelove lijkt te komen– een zekere generaal Breedlove – meldt
haast routinematig Russische invasies zonder een greintje van visueel
bewijs. Zijn imitatie van Stanley Kubrick's General Jack D. Ripper is
meer dan subliem.
Veertigduizend Russische
soldaten trokken samen langs de grens, volgens Breedlove. Dat was
goed genoeg voor de New York Times, de Washington Post en The
Observer – waarvan de laatste zich eerder onderscheidde met leugens
en verzinsels die Blairs invasie van Irak steunden, zoals zijn
voormalige verslaggever, David Rose, onthulde.
Er heerst een bijna
blijmoedige sfeer van een klasse reünie. Degenen die de oorlogstrom
roeren bij de Washington Post zijn dezelfde redactionele schrijvers
die het bestaan van Saddams massavernietigingswapens als "harde
feiten" formuleerden.
"Als je je afvraagt
", schreef Robert Parry, "hoe de wereld in de Derde
Wereldoorlog verstrikt zou kunnen raken – zoals dat een eeuw
geleden gebeurde met de Eerste Wereldoorlog – dan hoef je alleen
maar te kijken naar de waanzin die vrijwel de gehele Amerikaanse
politiek/media structuur over Oekraïne in zijn greep houdt , waar
een vals verhaal van 'goeden tegen 'kwaden' al in een vroeg stadium
wortels kreeg en ongevoelig blijkt voor feiten of rede.”
Parry, de journalist die
het Iran-Contra schandaal openbaarde, is een van de weinigen die
onderzoek doet naar de centrale rol van de media in dit "spel
van – wie durft het verst te gaan", zoals de Russische
minister van Buitenlandse Zaken het noemde. Maar is het een spel?
Terwijl ik dit schrijf, stemt het Amerikaanse Congres over resolutie
758 die, kort samengevat het volgende zegt: "Laten we ons klaar
maken voor oorlog met Rusland."
In de 19e eeuw, beschreef
de schrijver Alexander Herzen seculier liberalisme als "de
laatste religie, waarbij de kerk is niet van de andere wereld is,
maar van deze". Vandaag de dag is dit goddelijk recht veel
gewelddadiger en gevaarlijk dan wat de islamitische wereld daar
tegenover stelt, en wellicht dat de illusie van vrije en open
informatie misschien wel zijn allergrootste triomf is.
Het nieuws speelt het
klaar om complete landen te laten verdwijnen. Saoedi-Arabië, de bron
van extremisme en het Westen gesteunde terreur, is niet
nieuwswaardig, behalve wanneer het de olieprijzen laat tuimelen.
Jemen heeft twaalf jaar van Amerikaanse drone-aanvallen over zich
heen gehad. Wie weet? Wie kan het wat schelen?
In 2009 heeft de
Universiteit van de West of England de resultaten gepubliceerd van
een tien jaar durende studie van de verslaggeving over Venezuela door
de BBC. Van de 304 gerapporteerde uitzendingen werden in slechts
drie melding gemaakt van een positief beleid dat door de regering van
Hugo Chavez geïntroduceerd werd. Het grootste alfabetisme project in
de menselijke geschiedenis kreeg nauwelijks een vermelding.
In Europa en de Verenigde
Staten, weten miljoenen lezers en kijkers bijna niets over de
opmerkelijke, humanitaire veranderingen die in Latijns-Amerika
geïmplementeerd werden, veelal geïnspireerd door Chavez. Net als de
BBC waren de verslagen van de New York Times, de Washington Post, The
Guardian en de rest van de respectabele westerse media, zoals
gebruikelijk, kwaadaardig. Chavez werd zelfs op zijn sterfbed bespot.
Hoe wordt dit uitgelegd, vraag ik me af, op scholen voor de
journalistiek?
Waarom zijn miljoenen
mensen in Groot-Brittannië ervan overtuigd dat een collectieve straf
genaamd "versobering" noodzakelijk is?
Naar aanleiding van de
economische crash in 2008, werd een verrot systeem blootgelegd. Heel
even maar werden de banken tentoongesteld als boeven die hun
verplichtingen aan het publiek hadden verzaakt.
Maar binnen een paar
maanden – nadat er wat herrie ontstaan was over extravagant hoge
"bonussen" - veranderde de boodschap al weer. De
politiefoto's van schuldige bankiers verdwenen uit de tabloids en
iets dat "versobering" heette, werd in de schoot van
miljoenen gewone mensen geworpen. Was er ooit een meer brutale
goocheltruc vertoond?
Tegenwoordig worden veel van de kernpunten van een beschaafde samenleving in Groot-Brittannië
ontmanteld om een frauduleuze schuld terug te betalen - de schuld van
boeven. De bezuinigingen in het kader van de "versobering"
zijn naar verluidt £ 83.000.000.000 (83 miljard).
Dat is bijna precies het
bedrag dat aan belasting vermeden wordt door dezelfde banken en door
bedrijven als Amazon en Murdoch's News UK. Daarenboven worden
diezelfde slechte banken een jaarlijkse subsidie van £ 100 miljard
toegekend aan een gratis verzekering en garanties - een cijfer dat de gehele National Health Service zou kunnen financieren.
De economische crisis is
pure propaganda. Een extreem beleid heerst nu over Engeland, de
Verenigde Staten, een groot deel van Europa, Canada en Australië.
Wie neemt het op voor de meerderheid? Wie vertelt hun verhaal? Wie
zorgt ervoor dat het hele verhaal verteld wordt? Is dat niet wat
journalisten geacht worden te doen?
In 1977 onthulde Carl
Bernstein, beroemd van Watergate, dat meer dan 400 journalisten en
nieuwsredacteuren voor de CIA werkten. Zij omvatten journalisten van
de New York Times, Time en de tv-netwerken. In 1991 onthulde Richard
Norton Taylor van de Guardian iets soortgelijks in Engeland.
Niets van dit alles is
nodig tegenwoordig. Ik betwijfel dat iemand betaald werd door de
Washington Post of een van de vele andere media om Edward Snowden van
medeplichtigheid aan terrorisme te beschuldigen. Ik betwijfel of er
betaald wordt aan degenen die regelmatig Julian Assange door het
slijk halen - hoewel andere beloningen overvloedig kunnen zijn.
Het is mij duidelijk dat
de belangrijkste reden Assange zoveel venijn, haat en jaloezie opriep
is dat WikiLeaks de facade sloopte van een corrupte politieke elite
die door journalisten uit de wind gehouden werd. Als een voorbode van
een buitengewone tijdperk van openbaringen maakte Assange vijanden
door de spotlights te richten op (en het daardoor in verlegenheid
brengen van) de media poortwachters, niet in het minst op de krant
die zijn grote primeur had gepubliceerd en toegeëigend. Hij werd
niet alleen een doelwit, maar een kip met gouden eieren.
Lucratieve boek en
Hollywood-film deals werden gesloten en media-carrières gelanceerd
over de rug van WikiLeaks en zijn oprichter. Mensen hebben grote
sommen geld verdiend terwijl WikiLeaks moeite heeft om te overleven.
Niets van dit alles werd
genoemd in Stockholm op 1 december, toen de redacteur van de
Guardian, Alan Rusbridger, gedeeld met Edward Snowden, de Right
Livelihood Award (beter bekend als de alternatieve Nobelprijs voor de
Vrede), toegekend kreeg. Wat zo schokkend was aan dit evenement was
dat Assange en WikiLeaks volledig weggeretoucheerd waren. Ze
bestonden niet. Ze waren non-personen. Niemand nam het op voor de man
die als digitale klokkenluider voorop had gelopen en de Guardian een
van de grootste scoops in de geschiedenis had overhandigd. Bovendien
was het Assange en zijn WikiLeaks team die effectief - en briljant -
Edward Snowden in Hong Kong hebben gered en hem in allerijl naar
veiliger oorden wisten te loodsen Geen woord.
Wat deze zelfopgelegde
censuur zo ironisch en schrijnend en schandalig maakte was dat de
ceremonie werd gehouden in het Zweedse parlement - wiens laffe
zwijgen over de zaak Assange alles te maken had met een groteske
rechterlijke dwaling in Stockholm.
"Als de waarheid
wordt vervangen door stilte," zei de Sovjet-dissident
Yevtushenko, "is de stilte een leugen."
Het is deze vorm van
stilte waar wij journalisten een eind aan moeten maken We moeten in
de spiegel kijken. We moeten onverantwoordelijke media die de macht
ten dienste staan en een psychose die richting wereldoorlog voert,
ter verantwoording roepen.
In de 18e eeuw beschreef Edmund Burke
de rol van de pers als die van een Vierde Macht, een waakhond die de
machtigen controleerde. Was dat ooit waar? Het gaat tegenwoordig
zeker niet meer op. Wat we nodig
hebben is een Vijfde Macht: een journalistiek die bewaakt, ontleedt
en propaganda weerspreekt en de jongeren leert een agent te van de
mensen, - niet de macht te zijn. Wat we nodig hebben is wat de Russen
perestrojka noemden - een opstand van onderworpen kennis. Ik zou het
echte journalistiek noemen.
De Eerste Wereldoorlog
ligt nu honderd jaar achter ons. De toenmalige verslaggevers werden
beloond en geridderd voor hun zwijgen en heimelijke medewerking. Op
het hoogtepunt van de slachting, vertelde de Britse premier David
Lloyd George in vertrouwen aan CP Scott, redacteur van de Manchester
Guardian: "Als mensen echt de waarheid wisten zou de oorlog
morgen worden gestopt, maar natuurlijk weten ze dat niet en kunnen ze
dat niet weten."
Het is tijd dat ze dat
wel gaan weten.
Dit werk valt onder een
Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.