Posts tonen met het label Assange. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Assange. Alle posts tonen

maandag, september 21, 2020

Breng mij het hoofd van Assange!



Jonathan Cook vergeleek de vervolging, de marteling en het uitleveringsproces van Assange met een middeleeuwse straf waarbij een afgehouwen hoofd op een staak tentoongesteld werd om anderen te waarschuwen niet hetzelfde vergrijp als de veroordeelde te begaan.


Verwar dit in alsjeblieft niet met met 'fake news' of 'complottheorieën'. Dit is het echte werk. Het enige, échte werk: Feiten en niets anders. Als je trouw het NOS journaal volgt en een 'kwaliteitskrant" als de NRC leest, af en toe eens radio1 beluistert, zou je de indruk kunnen krijgen goed geïnformeerd te zijn. Helaas is het zo dat je terugbladerend niet anders kunt concluderen dan dat je bijzonder vaak verkeerd geïnformeerd blijkt te zijn geweest. Wat wij beschouwen als de waarheid is vaak eerder het product van opiniemakers, nieuwsduiders, deskundigen ('pundits') of een nieuw fenomeen zoals "influencers" dan het werk van simpele 'verslaggevers'.  

Vanwege het grote aantal "fouten" en wat achteraf misleidende informatie bleek, ontstond er groeiende belangstelling voor alternatieve mediabronnen en begon het vertrouwen in de traditionele media af te nemen. Wat Wikileaks onthullingen lieten zien was dat de officiële nieuwskanalen ons net zo vaak voorlogen als een complotventer als Alex Jones. 

Tijd voor een geloofsoorlog 

Om het lezersrespect te heroveren werden er 'factcheckers' bedacht,
bedoeld om geruchten tegen te spreken. Knap wanhopig – als je al een krant runt die de waarheid vermeldt hoef je je niet bezig te houden met het bestrijden van “geruchten”. Excelleer, dat voldoet.

Lezers werden op steeds indringender wijze voorgelicht met journalistieke formules als “Vijf dingen die u moet weten over [...]”. En werd een steeds intensievere strijd gevoerd tegen ongewenste informatie. Speciale units met intrigerende namen als PropOrNot of Hamilton 68Dashboard aangesteld om met McCarthiaanse energie, devotie én waanzin de jacht op "onwaar" internet-nieuws te openen, of firma's als New Knowledge werden aangesteld om mogelijke buitenlandse influencers te ontdekken. 

Soms was deze (meestal heksen-) jacht nog enigszins goed te praten, omdat idiote complot – of pseudowetenschappelijke theorieën wel degelijk enorme maatschappelijk schade kunnen toebrengen. Maar de prangende vraag is: Wie controleert de controleur? In de wetenschap dat de media meer dan eens als spreekbuis van het gezag fungeert is iedere vorm van samenwerking tussen de overheid en de media al bij voorbaat verdacht en besmet.

Wikileaks heeft nog nooit één leugen verteld

Dus wat hier voor ons ligt is van een andere orde: Wat hier gebeurt is een overheids-oorlog tegen absolute feiten die wereldkundig gemaakt worden door mensen en instanties als Wikileaks, Julian Assange, Chelsea Maning, Edward Snowden, Daniel Elsberg, John Kiriakou, Bill Binney, Karen Kwiatkowski, Coleen Rowley, Gary Webb, Katharine Gun, Thomas Drake, de OPCW klokkenluiders en nog vele, vele anderen die een dure prijs moesten betalen voor het openbaren voor het bekendmaken van waarheden. Het vervolgen van waarheidssprekers is een ernstige zaak. En het gebeurt in toenemende mate. En daar zou men zich grote zorgen om moeten maken. Caitlin Johnstone verwoordde hier uitstekend wat er mis is de vervolging van degene die oorlogsmisdaden openbaart:

Waarheidspublicatie in relatie tot staatsbelangen

Dit gaat verder dan de VS alleen: Ieder ontwikkeld land kent een vorm van 1st Amendment: Het recht op vrijheid van meningsuiting, religie en een vrije pers. Dat recht is altijd 'niet absoluut' geweest, d.w.z. er zitten restricties aan verbonden zoals een verbod op haatzaaien en wat de pers betreft mag de staatsveiligheid niet in het geding komen. Stel dat je in oorlog bent en een journalist wil de ligging van vaderlandse wapendepots bekend maken, dan mag de staat ingrijpen. Maar het is niet zo dat de staat naar willekeur mag ingrijpen als er staatsbeschadigende informatie naar buiten wordt gebracht. Het is altijd het schadelijke handelen dat daarvoor verantwoordelijk is en niet degene die dit wereldkundig maakt. Het gaat nog verder: het is de taak van de media (als 'de vierde macht') om dit soort informatie wereldkundig te maken. Als de media zich opstelt als een hoeder, in plaats van een controleur van de staat verzuimt ze haar taken.
 

Tijdens het uitleveringsproces van Julian Assange probeerde de Amerikaanse staat eerst aan te voeren dat Assange geen journalist of uitgever zou zijn. Dat hield geen stand en maakt ook verder niets uit omdat de regels omtrent verspreiding van gevoelige informatie voor burgers of journalisten hetzelfde zijn. Zolang niet aangetoond kan worden dat de Amerikaanse staat, haar burgers of militairen "op missie" in direct gevaar komen door bepaalde onthullingen is men beschermd onder het Eerste Amendement. Dat laatste (het in gevaar brengen bronnen en informanten) werd diverse keren in het verleden al geopperd maar nooit hard gemaakt . Ook nu werd er in de rechtszaal gebakkeleid over het onderwerp en opnieuw wist de aanklager geen letterlijk geval te noemen van schade die was ontstaan door het onverantwoordelijk lekken of publiceren van geheime informatie. Het was Assange zelf die er uiterst zorgvuldig op toe zag dat deze zelfcensuur nauwkeurig werd toegepast, zo getuigde John Goetz, de onderzoeksjournalist die toentertijd bij Der Spiegel werkte, naast de New York Times en The Guardian een van de drie kranten die de 'Iraq War logs' i.s.m. Wikileaks hebben gepubliceerd. De enige niet-geredigeerde documenten die door WikiLeaks werden gepubliceerd, waren documenten die al algemeen beschikbaar waren via de Cryptome-site, dankzij de eigen journalisten van The Guardian die zo onnadenkend waren om de encryptiesleutel bekend te maken.
Getuige John Sloboda, van Iraq Bodycount beweerde zelfs dat Assange overdreven ver ging in het censureren van namen.

De kwalijke rol van The New York Times en The Guardian
 

Schandalig gedrag van de gerespecteerde mainstream media die eerder nauw, maar vooral gejaagd, samenwerkte met Wikileaks om de 'scoop' te kunnen lanceren en die zich nu af heeft gekeerd van Assange omdat er inmiddels alweer andere politiek/strategische belangen op het spel staan.

Ze hielden zich stil toen de aanklager zijn bewijsvoering baseerde op de (antieke) Espionage Act van 1917 (het in bezit hebben en verspreiden van staatsgeheimen) en beweerde dat Assange bijvoorbeeld Chelsea Manning “had aangezet tot spionage”. (Wij weten inmiddels dat dit onwaar is. Manning heeft dit zelf altijd ontkend en liet zichzelf niet vermurwen toen ze opnieuw voor een jaar opgesloten werd omdat ze koppig weigerde haar eerdere bekentenis “toe te lichten” voor een Grand Jury die erop uit was de rol van Assange te benadrukken. Een ander groot probleem bij het aanwenden van de Spionagewet is dat de drie meewerkende kranten; Der Spiegel The Guardian en The New York Times zichzelf schuldig hadden gemaakt aan het onderdeel 'verspreiding' volgens die Spionagewet. Maar het was al snel duidelijk dat zij niet het doelwit van de heksenjacht waren: Men was uit op het hoofd van Assange.

Een speciale Judasrol is weggelegd voor The Guardian.

Wie daar meer over had kunnen vertellen is de Australische journalist Mark Davis die – ondanks zijn aanbod - niet op de getuigenlijst stond. Hij heeft nauw met Assange in 'the bunker' van The Guardian samengewerkt tijdens het uitschrijven van de 'Afghan war logs' en hij heeft publiekelijk bevestigd dat Assange alle namen braaf aflakte terwijl de Guardian redacteurs zich daar niet druk om maakten.

Tijdens het proces werd geopperd dat Assange er een lakse, arrogante houding op na zou houden wat betreft het beveiligen van namen van informanten. Op dag twee van het proces las de aanklager voor uit een boek van Guardian journalisten David Leigh en Luke Harding: 'Wikileaks: Inside Julian Assange's War on Secrecy', waarin de auteurs zeggen dat Assange zich geen zorgen maakte over het onthullen van de namen van informanten, en hij citeerde daarbij uit een passage waarin Assange zou hebben gezegd dat “informanten het verdienden, als ze werden gedood”. Een voorval dat zowel door Assange als John Goetz heftig ontkend wordt en ook niet strookt met het beeld dat uit diverse getuigenverklaringen naar voren komt. Daarnaast heeft Luke Harding getoond eerder gebeurtenissen bij elkaar te fantaseren zoals het nooit bewezen “bezoek” van Trumps toenmalige campagneleider Paul Manafort aan Assange in de Ecuadoraanse ambassade in Londen,
dit is wat Jonathan Cook daarover schreef:


Het gevaar voor de journalistiek in het algemeen

 De welbekende CraigMurray, klokkenluider en activist en dagelijks bezoeker van de hoorzittingen zegt daarover:

Het doel van de eerdere benadering was duidelijk om de media-steun voor Assange te verminderen door hem te onderscheiden van andere journalisten. Het was duidelijk geworden dat een dergelijke aanpak een reëel risico op mislukking met zich meebracht, als kon worden bewezen dat Assange een journalist is, een lijn die voor de verdediging goed begon te werken. Dus nu werd het dat "elke journalist kan worden vervolgd voor het publiceren van geheime informatie", als Amerikaans regeringsstandpunt. Ik heb het sterke vermoeden dat ze hebben besloten dat ze dat vrijelijk, zonder enige terughoudendheid kunnen verkondigen zonder vrees voor reacties vanuit de media, aangezien de media sowieso geen aandacht schenken aan deze hoorzitting.

Als je betekenis van deze woorden laat inzinken besef je misschien dat we dat we qua persvrijheid én journalistieke integriteit het vijf voor twaalf punt al voorbij zijn. 



Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.

vrijdag, december 12, 2014

Oorlog via de media en de triomf van propaganda

Dit is een vertaling van een transcript van een lezing "War by media and the triumph of propaganda" door John Pilger, tijdens het Logan Symposium, op 5 december 2014. Hier op youtube.

Oorlog via de media en de triomf van propaganda


Waarom is zoveel journalistiek afgedaald naar het niveau van propaganda? Waarom zijn censuur en manipulatie normaal geworden? Waarom is de BBC zo vaak een spreekbuis van roofzuchtige macht? Waarom bedriegen de New York Times en de Washington Post hun lezers?

Waarom is het jonge journalisten niet geleerd om media-campagnes te doorzien en het twijfelachtige nut te doorgronden van valse objectiviteit?
En waarom is het ze niet geleerd dat de essentie van zoveel van - wat aangeduid wordt als - de 'mainstream media' niet om informatie gaat, maar om macht?

Dit zijn dringende vragen. De wereld wordt geconfronteerd met het vooruitzicht van een grote oorlog, misschien nucleaire oorlog - met de Verenigde Staten dat duidelijk vastbesloten is om Rusland te isoleren en te provoceren, en uiteindelijk ook China. Deze waarheid wordt ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd door journalisten, met inbegrip van degenen die de leugens herhaalden die tot het bloedbad van Irak in 2003 hebben geleid.

De tijd waarin we leven is zo gevaarlijk en zo vervormd in de publieke perceptie dat propaganda niet langer, zoals Edward Bernays het noemde, een "onzichtbare overheid" is. Het is de overheid. Het regeert rechtstreeks, zonder vrees voor tegenspraak en haar voornaamste doel is de verovering van ons; ons gevoel van de wereld, ons vermogen om de waarheid van de leugen te kunnen onderscheiden.

Het 'informatietijdperk' is eigenlijk een 'media tijdperk'. We hebben de oorlog via de media; censuur van de media; demoniseren door de media; vergelding via de media; misleiding door de media - een surrealistische lopende band van kritiekloze clichés en valse aannames.

Deze macht tot het creëren van een nieuwe 'werkelijkheid' ontstond niet vanuit het niets. Vijfenveertig jaar geleden, veroorzaakte een boek met de titel; 'The greening of America' een sensatie. Op de cover stond te lezen: "Er komt een revolutie aan. Het zal niet zo als revoluties uit het verleden zijn. Het zal afkomstig zijn van het individu...".

Ik was destijds een correspondent in de Verenigde Staten en herinner me de plotselinge verheffing tot goeroe status van de auteur, een jonge Yale academicus, Charles Reich. Zijn boodschap was dat de waarheid vertellen en politieke actie voeren gefaald hadden en alleen "cultuur" en introspectie de wereld kon veranderen.

Binnen een paar jaar had, gedreven door de krachten van de winst, de 'ik' cultus ons gevoel van saamhorigheid vrijwel totaal overweldigd, samen met ons gevoel voor sociale rechtvaardigheid en internationalisme. Klasse, geslacht en ras waren gescheiden. De persoonlijk vervolmaking was het enige politieke item geworden en de media was de boodschap op zichzelf geworden.

Het fabriceren van een nieuwe 'dreigingen', in het kielszog van de Koude Oorlog, maakte de politieke desoriëntatie van diegenen die 20 jaar eerder een heftige oppositie zouden hebben gevormd compleet.

In 2003 filmde ik in Washington een interview met Charles Lewis, de vooraanstaande Amerikaanse onderzoeksjournalist. We bespraken de invasie van Irak van een paar maanden eerder. Ik vroeg hem: "Wat als de meest vrije media in de wereld George Bush en Donald Rumsfeld serieus het vuur aan de schenen had gelegd en hun beweringen zou hebben onderzocht in plaats van het klakkeloos doorgeven van datgene wat later ordinaire propaganda bleek te zijn?”

Hij antwoordde dat als wij journalisten ons werk goed zouden hebben gedaan "er is een zeer, zeer goede kans is dat we dan niet aan de oorlog met Irak zouden zijn begonnen."

Dat is een schokkende verklaring, en één ondersteund door andere beroemde journalisten aan wie ik dezelfde vraag voorlegde. Dan Rather, voorheen van CBS, gaf me hetzelfde antwoord. David Rose van de Observer en ervaren journalisten en producenten bij de BBC, die anoniem wensten te blijven, gaven me hetzelfde antwoord.

Met andere woorden, als journalisten hun werk goed zouden hebben gedaan, als ze de propaganda in twijfel zouden hebben getrokken en het onderzocht zouden hebben, in plaats van het versterken ervan, dan zouden honderden duizenden mannen, vrouwen en kinderen vandaag nog in leven kunnen zijn; en miljoenen misschien niet hun huizen zijn ontvlucht; zou de sektarische oorlog tussen soennieten en sjiieten misschien niet zijn ontvlamd, en er nu misschien geen beruchte Islamitische Staat bestaan.

Zelfs nu, ondanks de miljoenen die de straat op gingen om te demonstreren, had het merendeel van het publiek in de westerse landen nauwelijks enig idee van de omvang van de misdaden die door onze regeringen gepleegd zijn in Irak. Nog minder zijn zij zich ervan bewust dat in de 12 jaar voor de invasie, de Amerikaanse en Britse regeringen een massaslachting begonnen waren door de Iraakse burgerbevolking de noodzakelijke levensvoorzieningen te onthouden.

Dat zijn de woorden van de hoge Britse ambtenaar die verantwoordelijk was voor de sancties tegen Irak in de jaren 1990 - een middeleeuwse belegering dat de dood van een half miljoen kinderen veroorzaakte onder de leeftijd van vijf jaar, meldde Unicef. De naam van de ambtenaar is Carne Ross. Op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Londen, stond hij bekend als "Mr Irak". Tegenwoordig is hij iemand die de waarheid openbaart over hoe overheden bedriegen en hoe journalisten gewillig dat bedrog helpen verspreiden. "We voerden journalisten feit-achtigheden afkomstig van opgeschoonde inlichtingen," vertelde hij me, "of anders kregen ze niets meer van ons."

De voornaamste klokkenluider tijdens deze verschrikkelijke, stille periode was Denis Halliday. Als toenmalig adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de hoge VN-functionaris in Irak, nam Halliday liever ontslag, dan een beleid uit te voeren dat hij beschreef als genocide. Hij schat dat de sancties verantwoordelijk waren voor de dood van meer dan een miljoen Irakezen.

Wat Halliday toen overkwam was leerzaam. Hij werd onzichtbaar gemaakt. Of hij werd belasterd. Op het Newsnight-programma van de BBC, schreeuwde presentator Jeremy Paxman hem toe: "Sta je nu hier gewoonweg Saddam Hoessein te verdedigen?" The Guardian omschreef dit onlangs als een van Paxman's "memorabele momenten". Vorige week ondertekende Paxman een boekcontract ter waarde van 1 miljoen pond.

De loopjongens die cijfers minimaliseerden hebben hun werk goed gedaan. De feiten spreken voor zich. In 2013, bleek uit een ComRes enquête dat een meerderheid van het Britse publiek geloofde dat het aantal slachtoffers in Irak minder dan 10.000 bedroeg - een fractie van de waarheid. Een bloederig spoor dat van Irak naar Londen liep, is bijna schoon geschrobd.

Rupert Murdoch zou de godfather van de media maffia zijn, en niemand behoeft te twijfelen aan de gebundelde macht van zijn kranten - alle 127 van hen, met een gezamenlijke oplage van 40 miljoen, en zijn Fox-netwerk. Maar de invloed van Murdochs imperium is niet groter dan de weerspiegeling van de media in zijn algeheel.

De meest effectieve propaganda kom je niet tegen bij The Sun of op Fox News - maar onder een liberaal aureool. Toen de New York Times beweringen publiceerde dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had , werd die valse bewijzen geloofd, omdat het niet van Fox News afkomstig was; het was van "De" New York Times.

Hetzelfde geldt voor de Washington Post en The Guardian, die beide een cruciale rol hebben gespeeld in de conditionering van hun lezers, teneinde een nieuwe en gevaarlijke koude oorlog te accepteren. Alle drie de liberale kranten hebben de gebeurtenissen in Oekraïne foutief voorgesteld als zijnde een boosaardige daad door Rusland – terwijl de door fascisten geleide coup in Oekraïne het werk was van de Verenigde Staten, geholpen door Duitsland en de NAVO.

Deze omkering van de werkelijkheid heeft zo diep kunnen wortelen dat de noodzaak van de militaire omsingeling door Washington en intimidatie van Rusland niet eens ter discussie staat. Het is niet eens nieuws, maar verborgen achter een smeer- en angstcampagne van het soort waarmee ik ben opgegroeid tijdens de eerste koude oorlog.

Opnieuw wil het Rijk van het Kwaad ons te pakken nemen, onder leiding van een nieuwe versie van Stalin of, nog perverser, een nieuwe Hitler. Kies je demon en leef je uit.

De onderdrukking van de waarheid over Oekraïne is een van de meest complete nieuws blackouts die ik me kan herinneren. De grootste Westerse militaire opbouw in de Kaukasus en Oost-Europa sinds de Tweede Wereldoorlog is onzichtbaar gemaakt. Geheime hulp van Washington aan Kiev en zijn neo-nazi brigades die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden tegen de bevolking van Oost-Oekraïne is weggeretoucheerd. Bewijs dat propaganda weerspreekt dat Rusland verantwoordelijk was voor het neerschieten van een Maleisische verkeersvliegtuig is verduisterd.

En nogmaals, zogenaamd liberale media zijn de censor. Citeren geen feiten, geen bewijs, een journalist wees een pro-Russische leider in Oekraïne aan als de man die het vliegtuig naar beneden had geschoten. Deze man, zo schreef hij, was bekend onder de naam 'The Demon'. Het was een enge man, die de journalist angst aanjoeg. Dat was het bewijs.

Velen in de westerse media hebben hard gewerkt om de etnisch Russische bevolking van Oekraïne te presenteren als buitenstaanders in hun eigen land, bijna nooit als Oekraïners op zoek naar een federatie in Oekraïne en als burgers van Oekraïne die zich verzetten tegen een buitenlandse georkestreerde coup tegen hun gekozen regering.

Wat de Russische president te zeggen heeft is niet van belang; hij is een pantomime schurk die ongestraft naar wens misbruikt kan worden. Een Amerikaanse generaal die aan het hoofd van de NAVO staat en rechtstreeks uit Dr. Strangelove lijkt te komen– een zekere generaal Breedlove – meldt haast routinematig Russische invasies zonder een greintje van visueel bewijs. Zijn imitatie van Stanley Kubrick's General Jack D. Ripper is meer dan subliem.

Veertigduizend Russische soldaten trokken samen langs de grens, volgens Breedlove. Dat was goed genoeg voor de New York Times, de Washington Post en The Observer – waarvan de laatste zich eerder onderscheidde met leugens en verzinsels die Blairs invasie van Irak steunden, zoals zijn voormalige verslaggever, David Rose, onthulde.

Er heerst een bijna blijmoedige sfeer van een klasse reünie. Degenen die de oorlogstrom roeren bij de Washington Post zijn dezelfde redactionele schrijvers die het bestaan van Saddams massavernietigingswapens als "harde feiten" formuleerden.

"Als je je afvraagt ", schreef Robert Parry, "hoe de wereld in de Derde Wereldoorlog verstrikt zou kunnen raken – zoals dat een eeuw geleden gebeurde met de Eerste Wereldoorlog – dan hoef je alleen maar te kijken naar de waanzin die vrijwel de gehele Amerikaanse politiek/media structuur over Oekraïne in zijn greep houdt , waar een vals verhaal van 'goeden tegen 'kwaden' al in een vroeg stadium wortels kreeg en ongevoelig blijkt voor feiten of rede.”

Parry, de journalist die het Iran-Contra schandaal openbaarde, is een van de weinigen die onderzoek doet naar de centrale rol van de media in dit "spel van – wie durft het verst te gaan", zoals de Russische minister van Buitenlandse Zaken het noemde. Maar is het een spel? Terwijl ik dit schrijf, stemt het Amerikaanse Congres over resolutie 758 die, kort samengevat het volgende zegt: "Laten we ons klaar maken voor oorlog met Rusland."
In de 19e eeuw, beschreef de schrijver Alexander Herzen seculier liberalisme als "de laatste religie, waarbij de kerk is niet van de andere wereld is, maar van deze". Vandaag de dag is dit goddelijk recht veel gewelddadiger en gevaarlijk dan wat de islamitische wereld daar tegenover stelt, en wellicht dat de illusie van vrije en open informatie misschien wel zijn allergrootste triomf is.

Het nieuws speelt het klaar om complete landen te laten verdwijnen. Saoedi-Arabië, de bron van extremisme en het Westen gesteunde terreur, is niet nieuwswaardig, behalve wanneer het de olieprijzen laat tuimelen. Jemen heeft twaalf jaar van Amerikaanse drone-aanvallen over zich heen gehad. Wie weet? Wie kan het wat schelen?

In 2009 heeft de Universiteit van de West of England de resultaten gepubliceerd van een tien jaar durende studie van de verslaggeving over Venezuela door de BBC. Van de 304 gerapporteerde uitzendingen werden in slechts drie melding gemaakt van een positief beleid dat door de regering van Hugo Chavez geïntroduceerd werd. Het grootste alfabetisme project in de menselijke geschiedenis kreeg nauwelijks een vermelding.

In Europa en de Verenigde Staten, weten miljoenen lezers en kijkers bijna niets over de opmerkelijke, humanitaire veranderingen die in Latijns-Amerika geïmplementeerd werden, veelal geïnspireerd door Chavez. Net als de BBC waren de verslagen van de New York Times, de Washington Post, The Guardian en de rest van de respectabele westerse media, zoals gebruikelijk, kwaadaardig. Chavez werd zelfs op zijn sterfbed bespot. Hoe wordt dit uitgelegd, vraag ik me af, op scholen voor de journalistiek?

Waarom zijn miljoenen mensen in Groot-Brittannië ervan overtuigd dat een collectieve straf genaamd "versobering" noodzakelijk is?

Naar aanleiding van de economische crash in 2008, werd een verrot systeem blootgelegd. Heel even maar werden de banken tentoongesteld als boeven die hun verplichtingen aan het publiek hadden verzaakt.

Maar binnen een paar maanden – nadat er wat herrie ontstaan was over extravagant hoge "bonussen" - veranderde de boodschap al weer. De politiefoto's van schuldige bankiers verdwenen uit de tabloids en iets dat "versobering" heette, werd in de schoot van miljoenen gewone mensen geworpen. Was er ooit een meer brutale goocheltruc vertoond?

Tegenwoordig worden veel van de kernpunten van een beschaafde samenleving in Groot-Brittannië ontmanteld om een frauduleuze schuld terug te betalen - de schuld van boeven. De bezuinigingen in het kader van de "versobering" zijn naar verluidt £ 83.000.000.000 (83 miljard).  
Dat is bijna precies het bedrag dat aan belasting vermeden wordt door dezelfde banken en door bedrijven als Amazon en Murdoch's News UK. Daarenboven worden diezelfde slechte banken een jaarlijkse subsidie van £ 100 miljard toegekend aan een gratis verzekering en garanties - een cijfer dat de gehele National Health Service zou kunnen financieren.

De economische crisis is pure propaganda. Een extreem beleid heerst nu over Engeland, de Verenigde Staten, een groot deel van Europa, Canada en Australië. Wie neemt het op voor de meerderheid? Wie vertelt hun verhaal? Wie zorgt ervoor dat het hele verhaal verteld wordt? Is dat niet wat journalisten geacht worden te doen?

In 1977 onthulde Carl Bernstein, beroemd van Watergate, dat meer dan 400 journalisten en nieuwsredacteuren voor de CIA werkten. Zij omvatten journalisten van de New York Times, Time en de tv-netwerken. In 1991 onthulde Richard Norton Taylor van de Guardian iets soortgelijks in Engeland.

Niets van dit alles is nodig tegenwoordig. Ik betwijfel dat iemand betaald werd door de Washington Post of een van de vele andere media om Edward Snowden van medeplichtigheid aan terrorisme te beschuldigen. Ik betwijfel of er betaald wordt aan degenen die regelmatig Julian Assange door het slijk halen - hoewel andere beloningen overvloedig kunnen zijn.

Het is mij duidelijk dat de belangrijkste reden Assange zoveel venijn, haat en jaloezie opriep is dat WikiLeaks de facade sloopte van een corrupte politieke elite die door journalisten uit de wind gehouden werd. Als een voorbode van een buitengewone tijdperk van openbaringen maakte Assange vijanden door de spotlights te richten op (en het daardoor in verlegenheid brengen van) de media poortwachters, niet in het minst op de krant die zijn grote primeur had gepubliceerd en toegeëigend. Hij werd niet alleen een doelwit, maar een kip met gouden eieren.

Lucratieve boek en Hollywood-film deals werden gesloten en media-carrières gelanceerd over de rug van WikiLeaks en zijn oprichter. Mensen hebben grote sommen geld verdiend terwijl WikiLeaks moeite heeft om te overleven.

Niets van dit alles werd genoemd in Stockholm op 1 december, toen de redacteur van de Guardian, Alan Rusbridger, gedeeld met Edward Snowden, de Right Livelihood Award (beter bekend als de alternatieve Nobelprijs voor de Vrede), toegekend kreeg. Wat zo schokkend was aan dit evenement was dat Assange en WikiLeaks volledig weggeretoucheerd waren. Ze bestonden niet. Ze waren non-personen. Niemand nam het op voor de man die als digitale klokkenluider voorop had gelopen en de Guardian een van de grootste scoops in de geschiedenis had overhandigd. Bovendien was het Assange en zijn WikiLeaks team die effectief - en briljant - Edward Snowden in Hong Kong hebben gered en hem in allerijl naar veiliger oorden wisten te loodsen Geen woord.

Wat deze zelfopgelegde censuur zo ironisch en schrijnend en schandalig maakte was dat de ceremonie werd gehouden in het Zweedse parlement - wiens laffe zwijgen over de zaak Assange alles te maken had met een groteske rechterlijke dwaling in Stockholm.

"Als de waarheid wordt vervangen door stilte," zei de Sovjet-dissident Yevtushenko, "is de stilte een leugen."

Het is deze vorm van stilte waar wij journalisten een eind aan moeten maken We moeten in de spiegel kijken. We moeten onverantwoordelijke media die de macht ten dienste staan en een psychose die richting wereldoorlog voert, ter verantwoording roepen.
In de 18e eeuw beschreef Edmund Burke de rol van de pers als die van een Vierde Macht, een waakhond die de machtigen controleerde. Was dat ooit waar? Het gaat tegenwoordig zeker niet meer op. Wat we nodig hebben is een Vijfde Macht: een journalistiek die bewaakt, ontleedt en propaganda weerspreekt en de jongeren leert een agent te van de mensen, - niet de macht te zijn. Wat we nodig hebben is wat de Russen perestrojka noemden - een opstand van onderworpen kennis. Ik zou het echte journalistiek noemen. 

De Eerste Wereldoorlog ligt nu honderd jaar achter ons. De toenmalige verslaggevers werden beloond en geridderd voor hun zwijgen en heimelijke medewerking. Op het hoogtepunt van de slachting, vertelde de Britse premier David Lloyd George in vertrouwen aan CP Scott, redacteur van de Manchester Guardian: "Als mensen echt de waarheid wisten zou de oorlog morgen worden gestopt, maar natuurlijk weten ze dat niet en kunnen ze dat niet weten."

Het is tijd dat ze dat wel gaan weten.


Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.