Posts tonen met het label Snowden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Snowden. Alle posts tonen

vrijdag, december 12, 2014

Oorlog via de media en de triomf van propaganda

Dit is een vertaling van een transcript van een lezing "War by media and the triumph of propaganda" door John Pilger, tijdens het Logan Symposium, op 5 december 2014. Hier op youtube.

Oorlog via de media en de triomf van propaganda


Waarom is zoveel journalistiek afgedaald naar het niveau van propaganda? Waarom zijn censuur en manipulatie normaal geworden? Waarom is de BBC zo vaak een spreekbuis van roofzuchtige macht? Waarom bedriegen de New York Times en de Washington Post hun lezers?

Waarom is het jonge journalisten niet geleerd om media-campagnes te doorzien en het twijfelachtige nut te doorgronden van valse objectiviteit?
En waarom is het ze niet geleerd dat de essentie van zoveel van - wat aangeduid wordt als - de 'mainstream media' niet om informatie gaat, maar om macht?

Dit zijn dringende vragen. De wereld wordt geconfronteerd met het vooruitzicht van een grote oorlog, misschien nucleaire oorlog - met de Verenigde Staten dat duidelijk vastbesloten is om Rusland te isoleren en te provoceren, en uiteindelijk ook China. Deze waarheid wordt ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd door journalisten, met inbegrip van degenen die de leugens herhaalden die tot het bloedbad van Irak in 2003 hebben geleid.

De tijd waarin we leven is zo gevaarlijk en zo vervormd in de publieke perceptie dat propaganda niet langer, zoals Edward Bernays het noemde, een "onzichtbare overheid" is. Het is de overheid. Het regeert rechtstreeks, zonder vrees voor tegenspraak en haar voornaamste doel is de verovering van ons; ons gevoel van de wereld, ons vermogen om de waarheid van de leugen te kunnen onderscheiden.

Het 'informatietijdperk' is eigenlijk een 'media tijdperk'. We hebben de oorlog via de media; censuur van de media; demoniseren door de media; vergelding via de media; misleiding door de media - een surrealistische lopende band van kritiekloze clichés en valse aannames.

Deze macht tot het creëren van een nieuwe 'werkelijkheid' ontstond niet vanuit het niets. Vijfenveertig jaar geleden, veroorzaakte een boek met de titel; 'The greening of America' een sensatie. Op de cover stond te lezen: "Er komt een revolutie aan. Het zal niet zo als revoluties uit het verleden zijn. Het zal afkomstig zijn van het individu...".

Ik was destijds een correspondent in de Verenigde Staten en herinner me de plotselinge verheffing tot goeroe status van de auteur, een jonge Yale academicus, Charles Reich. Zijn boodschap was dat de waarheid vertellen en politieke actie voeren gefaald hadden en alleen "cultuur" en introspectie de wereld kon veranderen.

Binnen een paar jaar had, gedreven door de krachten van de winst, de 'ik' cultus ons gevoel van saamhorigheid vrijwel totaal overweldigd, samen met ons gevoel voor sociale rechtvaardigheid en internationalisme. Klasse, geslacht en ras waren gescheiden. De persoonlijk vervolmaking was het enige politieke item geworden en de media was de boodschap op zichzelf geworden.

Het fabriceren van een nieuwe 'dreigingen', in het kielszog van de Koude Oorlog, maakte de politieke desoriëntatie van diegenen die 20 jaar eerder een heftige oppositie zouden hebben gevormd compleet.

In 2003 filmde ik in Washington een interview met Charles Lewis, de vooraanstaande Amerikaanse onderzoeksjournalist. We bespraken de invasie van Irak van een paar maanden eerder. Ik vroeg hem: "Wat als de meest vrije media in de wereld George Bush en Donald Rumsfeld serieus het vuur aan de schenen had gelegd en hun beweringen zou hebben onderzocht in plaats van het klakkeloos doorgeven van datgene wat later ordinaire propaganda bleek te zijn?”

Hij antwoordde dat als wij journalisten ons werk goed zouden hebben gedaan "er is een zeer, zeer goede kans is dat we dan niet aan de oorlog met Irak zouden zijn begonnen."

Dat is een schokkende verklaring, en één ondersteund door andere beroemde journalisten aan wie ik dezelfde vraag voorlegde. Dan Rather, voorheen van CBS, gaf me hetzelfde antwoord. David Rose van de Observer en ervaren journalisten en producenten bij de BBC, die anoniem wensten te blijven, gaven me hetzelfde antwoord.

Met andere woorden, als journalisten hun werk goed zouden hebben gedaan, als ze de propaganda in twijfel zouden hebben getrokken en het onderzocht zouden hebben, in plaats van het versterken ervan, dan zouden honderden duizenden mannen, vrouwen en kinderen vandaag nog in leven kunnen zijn; en miljoenen misschien niet hun huizen zijn ontvlucht; zou de sektarische oorlog tussen soennieten en sjiieten misschien niet zijn ontvlamd, en er nu misschien geen beruchte Islamitische Staat bestaan.

Zelfs nu, ondanks de miljoenen die de straat op gingen om te demonstreren, had het merendeel van het publiek in de westerse landen nauwelijks enig idee van de omvang van de misdaden die door onze regeringen gepleegd zijn in Irak. Nog minder zijn zij zich ervan bewust dat in de 12 jaar voor de invasie, de Amerikaanse en Britse regeringen een massaslachting begonnen waren door de Iraakse burgerbevolking de noodzakelijke levensvoorzieningen te onthouden.

Dat zijn de woorden van de hoge Britse ambtenaar die verantwoordelijk was voor de sancties tegen Irak in de jaren 1990 - een middeleeuwse belegering dat de dood van een half miljoen kinderen veroorzaakte onder de leeftijd van vijf jaar, meldde Unicef. De naam van de ambtenaar is Carne Ross. Op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Londen, stond hij bekend als "Mr Irak". Tegenwoordig is hij iemand die de waarheid openbaart over hoe overheden bedriegen en hoe journalisten gewillig dat bedrog helpen verspreiden. "We voerden journalisten feit-achtigheden afkomstig van opgeschoonde inlichtingen," vertelde hij me, "of anders kregen ze niets meer van ons."

De voornaamste klokkenluider tijdens deze verschrikkelijke, stille periode was Denis Halliday. Als toenmalig adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de hoge VN-functionaris in Irak, nam Halliday liever ontslag, dan een beleid uit te voeren dat hij beschreef als genocide. Hij schat dat de sancties verantwoordelijk waren voor de dood van meer dan een miljoen Irakezen.

Wat Halliday toen overkwam was leerzaam. Hij werd onzichtbaar gemaakt. Of hij werd belasterd. Op het Newsnight-programma van de BBC, schreeuwde presentator Jeremy Paxman hem toe: "Sta je nu hier gewoonweg Saddam Hoessein te verdedigen?" The Guardian omschreef dit onlangs als een van Paxman's "memorabele momenten". Vorige week ondertekende Paxman een boekcontract ter waarde van 1 miljoen pond.

De loopjongens die cijfers minimaliseerden hebben hun werk goed gedaan. De feiten spreken voor zich. In 2013, bleek uit een ComRes enquête dat een meerderheid van het Britse publiek geloofde dat het aantal slachtoffers in Irak minder dan 10.000 bedroeg - een fractie van de waarheid. Een bloederig spoor dat van Irak naar Londen liep, is bijna schoon geschrobd.

Rupert Murdoch zou de godfather van de media maffia zijn, en niemand behoeft te twijfelen aan de gebundelde macht van zijn kranten - alle 127 van hen, met een gezamenlijke oplage van 40 miljoen, en zijn Fox-netwerk. Maar de invloed van Murdochs imperium is niet groter dan de weerspiegeling van de media in zijn algeheel.

De meest effectieve propaganda kom je niet tegen bij The Sun of op Fox News - maar onder een liberaal aureool. Toen de New York Times beweringen publiceerde dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had , werd die valse bewijzen geloofd, omdat het niet van Fox News afkomstig was; het was van "De" New York Times.

Hetzelfde geldt voor de Washington Post en The Guardian, die beide een cruciale rol hebben gespeeld in de conditionering van hun lezers, teneinde een nieuwe en gevaarlijke koude oorlog te accepteren. Alle drie de liberale kranten hebben de gebeurtenissen in Oekraïne foutief voorgesteld als zijnde een boosaardige daad door Rusland – terwijl de door fascisten geleide coup in Oekraïne het werk was van de Verenigde Staten, geholpen door Duitsland en de NAVO.

Deze omkering van de werkelijkheid heeft zo diep kunnen wortelen dat de noodzaak van de militaire omsingeling door Washington en intimidatie van Rusland niet eens ter discussie staat. Het is niet eens nieuws, maar verborgen achter een smeer- en angstcampagne van het soort waarmee ik ben opgegroeid tijdens de eerste koude oorlog.

Opnieuw wil het Rijk van het Kwaad ons te pakken nemen, onder leiding van een nieuwe versie van Stalin of, nog perverser, een nieuwe Hitler. Kies je demon en leef je uit.

De onderdrukking van de waarheid over Oekraïne is een van de meest complete nieuws blackouts die ik me kan herinneren. De grootste Westerse militaire opbouw in de Kaukasus en Oost-Europa sinds de Tweede Wereldoorlog is onzichtbaar gemaakt. Geheime hulp van Washington aan Kiev en zijn neo-nazi brigades die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden tegen de bevolking van Oost-Oekraïne is weggeretoucheerd. Bewijs dat propaganda weerspreekt dat Rusland verantwoordelijk was voor het neerschieten van een Maleisische verkeersvliegtuig is verduisterd.

En nogmaals, zogenaamd liberale media zijn de censor. Citeren geen feiten, geen bewijs, een journalist wees een pro-Russische leider in Oekraïne aan als de man die het vliegtuig naar beneden had geschoten. Deze man, zo schreef hij, was bekend onder de naam 'The Demon'. Het was een enge man, die de journalist angst aanjoeg. Dat was het bewijs.

Velen in de westerse media hebben hard gewerkt om de etnisch Russische bevolking van Oekraïne te presenteren als buitenstaanders in hun eigen land, bijna nooit als Oekraïners op zoek naar een federatie in Oekraïne en als burgers van Oekraïne die zich verzetten tegen een buitenlandse georkestreerde coup tegen hun gekozen regering.

Wat de Russische president te zeggen heeft is niet van belang; hij is een pantomime schurk die ongestraft naar wens misbruikt kan worden. Een Amerikaanse generaal die aan het hoofd van de NAVO staat en rechtstreeks uit Dr. Strangelove lijkt te komen– een zekere generaal Breedlove – meldt haast routinematig Russische invasies zonder een greintje van visueel bewijs. Zijn imitatie van Stanley Kubrick's General Jack D. Ripper is meer dan subliem.

Veertigduizend Russische soldaten trokken samen langs de grens, volgens Breedlove. Dat was goed genoeg voor de New York Times, de Washington Post en The Observer – waarvan de laatste zich eerder onderscheidde met leugens en verzinsels die Blairs invasie van Irak steunden, zoals zijn voormalige verslaggever, David Rose, onthulde.

Er heerst een bijna blijmoedige sfeer van een klasse reünie. Degenen die de oorlogstrom roeren bij de Washington Post zijn dezelfde redactionele schrijvers die het bestaan van Saddams massavernietigingswapens als "harde feiten" formuleerden.

"Als je je afvraagt ", schreef Robert Parry, "hoe de wereld in de Derde Wereldoorlog verstrikt zou kunnen raken – zoals dat een eeuw geleden gebeurde met de Eerste Wereldoorlog – dan hoef je alleen maar te kijken naar de waanzin die vrijwel de gehele Amerikaanse politiek/media structuur over Oekraïne in zijn greep houdt , waar een vals verhaal van 'goeden tegen 'kwaden' al in een vroeg stadium wortels kreeg en ongevoelig blijkt voor feiten of rede.”

Parry, de journalist die het Iran-Contra schandaal openbaarde, is een van de weinigen die onderzoek doet naar de centrale rol van de media in dit "spel van – wie durft het verst te gaan", zoals de Russische minister van Buitenlandse Zaken het noemde. Maar is het een spel? Terwijl ik dit schrijf, stemt het Amerikaanse Congres over resolutie 758 die, kort samengevat het volgende zegt: "Laten we ons klaar maken voor oorlog met Rusland."
In de 19e eeuw, beschreef de schrijver Alexander Herzen seculier liberalisme als "de laatste religie, waarbij de kerk is niet van de andere wereld is, maar van deze". Vandaag de dag is dit goddelijk recht veel gewelddadiger en gevaarlijk dan wat de islamitische wereld daar tegenover stelt, en wellicht dat de illusie van vrije en open informatie misschien wel zijn allergrootste triomf is.

Het nieuws speelt het klaar om complete landen te laten verdwijnen. Saoedi-Arabië, de bron van extremisme en het Westen gesteunde terreur, is niet nieuwswaardig, behalve wanneer het de olieprijzen laat tuimelen. Jemen heeft twaalf jaar van Amerikaanse drone-aanvallen over zich heen gehad. Wie weet? Wie kan het wat schelen?

In 2009 heeft de Universiteit van de West of England de resultaten gepubliceerd van een tien jaar durende studie van de verslaggeving over Venezuela door de BBC. Van de 304 gerapporteerde uitzendingen werden in slechts drie melding gemaakt van een positief beleid dat door de regering van Hugo Chavez geïntroduceerd werd. Het grootste alfabetisme project in de menselijke geschiedenis kreeg nauwelijks een vermelding.

In Europa en de Verenigde Staten, weten miljoenen lezers en kijkers bijna niets over de opmerkelijke, humanitaire veranderingen die in Latijns-Amerika geïmplementeerd werden, veelal geïnspireerd door Chavez. Net als de BBC waren de verslagen van de New York Times, de Washington Post, The Guardian en de rest van de respectabele westerse media, zoals gebruikelijk, kwaadaardig. Chavez werd zelfs op zijn sterfbed bespot. Hoe wordt dit uitgelegd, vraag ik me af, op scholen voor de journalistiek?

Waarom zijn miljoenen mensen in Groot-Brittannië ervan overtuigd dat een collectieve straf genaamd "versobering" noodzakelijk is?

Naar aanleiding van de economische crash in 2008, werd een verrot systeem blootgelegd. Heel even maar werden de banken tentoongesteld als boeven die hun verplichtingen aan het publiek hadden verzaakt.

Maar binnen een paar maanden – nadat er wat herrie ontstaan was over extravagant hoge "bonussen" - veranderde de boodschap al weer. De politiefoto's van schuldige bankiers verdwenen uit de tabloids en iets dat "versobering" heette, werd in de schoot van miljoenen gewone mensen geworpen. Was er ooit een meer brutale goocheltruc vertoond?

Tegenwoordig worden veel van de kernpunten van een beschaafde samenleving in Groot-Brittannië ontmanteld om een frauduleuze schuld terug te betalen - de schuld van boeven. De bezuinigingen in het kader van de "versobering" zijn naar verluidt £ 83.000.000.000 (83 miljard).  
Dat is bijna precies het bedrag dat aan belasting vermeden wordt door dezelfde banken en door bedrijven als Amazon en Murdoch's News UK. Daarenboven worden diezelfde slechte banken een jaarlijkse subsidie van £ 100 miljard toegekend aan een gratis verzekering en garanties - een cijfer dat de gehele National Health Service zou kunnen financieren.

De economische crisis is pure propaganda. Een extreem beleid heerst nu over Engeland, de Verenigde Staten, een groot deel van Europa, Canada en Australië. Wie neemt het op voor de meerderheid? Wie vertelt hun verhaal? Wie zorgt ervoor dat het hele verhaal verteld wordt? Is dat niet wat journalisten geacht worden te doen?

In 1977 onthulde Carl Bernstein, beroemd van Watergate, dat meer dan 400 journalisten en nieuwsredacteuren voor de CIA werkten. Zij omvatten journalisten van de New York Times, Time en de tv-netwerken. In 1991 onthulde Richard Norton Taylor van de Guardian iets soortgelijks in Engeland.

Niets van dit alles is nodig tegenwoordig. Ik betwijfel dat iemand betaald werd door de Washington Post of een van de vele andere media om Edward Snowden van medeplichtigheid aan terrorisme te beschuldigen. Ik betwijfel of er betaald wordt aan degenen die regelmatig Julian Assange door het slijk halen - hoewel andere beloningen overvloedig kunnen zijn.

Het is mij duidelijk dat de belangrijkste reden Assange zoveel venijn, haat en jaloezie opriep is dat WikiLeaks de facade sloopte van een corrupte politieke elite die door journalisten uit de wind gehouden werd. Als een voorbode van een buitengewone tijdperk van openbaringen maakte Assange vijanden door de spotlights te richten op (en het daardoor in verlegenheid brengen van) de media poortwachters, niet in het minst op de krant die zijn grote primeur had gepubliceerd en toegeëigend. Hij werd niet alleen een doelwit, maar een kip met gouden eieren.

Lucratieve boek en Hollywood-film deals werden gesloten en media-carrières gelanceerd over de rug van WikiLeaks en zijn oprichter. Mensen hebben grote sommen geld verdiend terwijl WikiLeaks moeite heeft om te overleven.

Niets van dit alles werd genoemd in Stockholm op 1 december, toen de redacteur van de Guardian, Alan Rusbridger, gedeeld met Edward Snowden, de Right Livelihood Award (beter bekend als de alternatieve Nobelprijs voor de Vrede), toegekend kreeg. Wat zo schokkend was aan dit evenement was dat Assange en WikiLeaks volledig weggeretoucheerd waren. Ze bestonden niet. Ze waren non-personen. Niemand nam het op voor de man die als digitale klokkenluider voorop had gelopen en de Guardian een van de grootste scoops in de geschiedenis had overhandigd. Bovendien was het Assange en zijn WikiLeaks team die effectief - en briljant - Edward Snowden in Hong Kong hebben gered en hem in allerijl naar veiliger oorden wisten te loodsen Geen woord.

Wat deze zelfopgelegde censuur zo ironisch en schrijnend en schandalig maakte was dat de ceremonie werd gehouden in het Zweedse parlement - wiens laffe zwijgen over de zaak Assange alles te maken had met een groteske rechterlijke dwaling in Stockholm.

"Als de waarheid wordt vervangen door stilte," zei de Sovjet-dissident Yevtushenko, "is de stilte een leugen."

Het is deze vorm van stilte waar wij journalisten een eind aan moeten maken We moeten in de spiegel kijken. We moeten onverantwoordelijke media die de macht ten dienste staan en een psychose die richting wereldoorlog voert, ter verantwoording roepen.
In de 18e eeuw beschreef Edmund Burke de rol van de pers als die van een Vierde Macht, een waakhond die de machtigen controleerde. Was dat ooit waar? Het gaat tegenwoordig zeker niet meer op. Wat we nodig hebben is een Vijfde Macht: een journalistiek die bewaakt, ontleedt en propaganda weerspreekt en de jongeren leert een agent te van de mensen, - niet de macht te zijn. Wat we nodig hebben is wat de Russen perestrojka noemden - een opstand van onderworpen kennis. Ik zou het echte journalistiek noemen. 

De Eerste Wereldoorlog ligt nu honderd jaar achter ons. De toenmalige verslaggevers werden beloond en geridderd voor hun zwijgen en heimelijke medewerking. Op het hoogtepunt van de slachting, vertelde de Britse premier David Lloyd George in vertrouwen aan CP Scott, redacteur van de Manchester Guardian: "Als mensen echt de waarheid wisten zou de oorlog morgen worden gestopt, maar natuurlijk weten ze dat niet en kunnen ze dat niet weten."

Het is tijd dat ze dat wel gaan weten.


Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.

dinsdag, juni 25, 2013

Het Verijdelde NSA Chantage Plan van Bush

Dit is een vertaling van "Bush's Foiled NSA Blackmail Scheme" dat verscheen in o.m.  Consortium News (21-6-2013)  en Truthout (23-6-2013) van Dennis J. Bernstein.
 
Meer dan een tien jaar geleden gaf president George W. Bush opdracht aan de 'National Security Agency'(NSA) om belastend materiaal te verzamelen van de leden van de VN-Veiligheidsraad , waarmee hij d.m.v. chantage, goedkeuring wilde afdwingen voor zijn agressieve oorlog tegen Irak. Maar de plot werd verijdeld door een dappere Britse inlichtingenofficier, Katharine Gun. 

In begin 2003, toen de Amerikaanse en Britse regeringen naarstig op zoek waren naar internationale instemming voor hun aanvalsoorlog tegen Irak, kwam de propaganda machine stil te liggen vanwege een onthulling dat de National Security Agency leden van de VN-Veiligheidsraad bespioneerde op zoek naar chantage materiaal.

De onthulling kreeg weinig aandacht in de reguliere Amerikaanse media, die zich vrijwel volledig schaarde in het pro-oorlog kamp, maar de onthulling kreeg veel internationale aandacht en maakte een eind aan het chantage plan. De Amerikaanse president George W. Bush en de Britse premier Tony Blair werden gedwongen om af te zien van een VN-resolutie en Irak binnen te vallen met een bijeengeraapte "coalition of the willing." 

Enkele maanden later werd de identiteit van de klokkenluider onthuld, een jonge vrouw genaamd Katharine Gun, die als vertaalster werkte bij de Britse tegenhanger van de NSA, de 'British Government Communications Headquarters' (GCHQ ). Gun verloor haar baan en werd aangeklaagd op grond van het schenden van de Britse geheimhoudingsplicht, maar de zaak werd geseponeerd omdat de rechter van de regering-Blair zou hebben verlangd openbaar te maken dat het druk had uitgeoefend op juridische adviseurs om een positief advies voor de invasie af te dwingen.
Nu, tien jaar later, heeft Edward Snowden, een jonge Amerikaanse systeemanalist die werkte voor de NSA, documenten onthuld van een wereldwijd spionage netwerk, hetgeen aanleiding gaf tot een heel ander internationaal debat – dat van overheid spionage versus persoonlijke levenssfeer. Pacifica's "Flashpoints" gastheer, Dennis J. Bernstein, ontving Katharine Gun om beide onderwerpen te bespreken.
  
Dennis J. Bernstein: Wat was je precies je functie toen je besloot om een bepaald document openbaar te maken?

Katharine Gun:
Mijn functie was taalkundig analist. Ik spreek Mandarijns Chinees. We vertaalden onderschept materiaal en stelden rapporten op voor de verschillende klanten van GCHQ, die normaal gesproken het ministerie van Buitenlandse Zaken of MI-5 en MI-6 zijn.
 

DB: Kun je iets meer vertellen over het document dat je openbaar maakte en het belang van de timing?

KG:
Het werd verstuurd op het einde van januari 2003, vlak voor de invasie van Irak. Ik zag een e-mail die was verzonden van de NSA naar GCHQ. Het was een verzoek aan GCHQ om de NSA te helpen bij het onderscheppen van informatie van de zes landen die op dat moment in de Veiligheidsraad zaten. Het doel was hun binnenlandse en kantoor telecommunicatie te onderscheppen, om zoveel mogelijk informatie over de afgevaardigden te verzamelen, die de VS vervolgens kon gebruiken om 'doelen, gunstig voor de Amerikaanse belangen' te bereiken. Ze verzochten om een breed scala van informatie, waardoor ik op de gedachte kwam dat ze de informatie mogelijk zouden gebruiken voor chantage of het omkopen van de VN-afgevaardigden.

DB: Het afluisteren vond plaats bij de Verenigde Naties?

KG: Ik vermoed van wel. Het zou kunnen gaan om het hoofdkwartier van de Verenigde Naties of misschien ook hun privé verblijfplaatsen.
 
DB: Het idee was om - op welke manier dan ook – de benodigde informatie te verzamelen om de bewuste leden ertoe te bewegen de Irak-oorlog te steunen?

KG: Ja. Toentertijd, als je niet werkte voor de inlichtingendiensten of op Buitenlandse Zaken van de VS of het Verenigd Koninkrijk, zou je waarschijnlijk aangenomen hebben dat Bush en Blair op dat moment druk doende waren om tot een diplomatiek oplossing te komen. Maar we weten nu, na een aantal lekken over de jaren heen, over de aanloop naar de oorlog in Irak, dat die oorlog altijd al op de agenda stond. Toen ik de e-mail zag dacht ik: "Dit is het bewijs dat oorlog op de agenda staat." Daarom heb ik besloten het publiek het moest weten.

DB: GCHQ is het 'Britse Overheid Communicatie Hoofdkwartier', het equivalent van de NSA (National Security Agency). Je werkte daar in de aanloop naar de oorlog in Irak. Kun je ons in herinnering brengen welke regeringen werden afgeluisterd? 

KG: Zes naties, nogal wat kleinere landen: Angola, Kameroen, en Pakistan, dacht ik. Mexico werd genoemd, en misschien Chili ook. Landen die over het algemeen niet bekend staan om hun grote, machtige posities bij de VN.

DB: Wat ging er door je heen in de aanloop naar de beslissing om deze informatie te lekken? Deze grote beslissing heeft de geschiedenis enigszins veranderd. Hoe heb je deze moedige beslissing gemaakt die ook je eigen leven zou veranderen?

KG: Ik was erg bezorgd. Ik had mezelf op de hoogte gesteld over de realiteit van Irak en de situatie daar, want ik ben opgegroeid tijdens de eerste Golfoorlog en de daarop volgende jaren van sancties. Ik was mij er constant van bewust dat Irak een land was dat vrijwel verwoest werd, en dat de bevolking in erbarmelijke omstandigheden leefde. Ik was van oordeel dat een nieuwe aanval op hen niet eerlijk en gerechtvaardigd zou zijn, want Irak vormde op geen enkele manieren een bedreiging voor de VS of het Verenigd Koninkrijk.
Dus toen ik de e-mail zag en besefte dat datgene wat achter gesloten deuren gaande was, een poging was om de VN zover te krijgen dat het iets zou autoriseren wat neerkwam op een 'preventieve' aanval op een land, besloot ik dat het publiek hierover moest worden ingelicht, want het maakte mij kwaad .

DB: Wat gebeurde er nadat je deze informatie maar buiten bracht? Wat is er gebeurd met je positie? Werd je geïntimideerd, aangevallen?

KG: In eerste instantie heb ik geprobeerd om anoniem te blijven, maar toen ik me realiseerde dat de gegevens die in de krant gepubliceerd werden herkenbaar zouden zijn als: afkomstig van GCHQ, besloot ik dat ik niet een dubbelleven wilde leiden bij GCHQ en doen alsof ik er niets mee te maken had. Ik vertrouwde het toe aan mijn afdelingshoofd en bekende dat het lek van mij afkomstig was. Daarna werd ik gearresteerd onder verdenking van het breken van de 'Official Secrets Act', ondervraagd en op borgtocht voor acht maanden vrijgelaten .

In november 2003, besloten ze me, tot onze verbazing, na zoveel tijd , alsnog aan te klagen, Na gesprekken met mijn juridisch team, waaronder 'Liberty', een organisatie die vergelijkbaar is met de Amerikaanse 'ACLU' , besloten we dat ik 'niet schuldig' zou pleiten, omdat ik persoonlijk vond dat hoewel ik de daad had verricht, ik mij niet schuldig voelde, want ik had 't gevoel dat ik niets verkeerd had gedaan. Onze verdediging zou hebben bestaan uit het vaststellen dat er sprake was van 'de wet overtreden vanuit noodzakelijkheid', iets dat nog niet eerder aan een rechtbank werd voorgelegd. Mijn juridisch team verzocht vervolgens om inzage van alle juridische adviezen in de aanloop naar de oorlog, en op dat punt besloot het Openbaar Ministerie om alle aanklachten tegen mij te laten vallen.

DB: Wat denk je dat hen ertoe bracht om je te vervolgen, en welke informatie zorgde ervoor dat ze de aanklacht introkken? Voelden ze dat ze bakzeil gingen halen ? Waren ze er op uit om te zorgen dat andere mensen in vergelijkbare posities, niet hetzelfde zouden proberen?
  
KG: Het blijft gissen natuurlijk want ze hebben verder niets onthuld. Ik vermoed dat een van de redenen voor de aanklacht was om mijn actie als voorbeeld te stellen om anderen mee af te schrikken. Aan de andere kant, toen ze de aanklacht introkken, vermoed ik dat er een aantal redenen zijn geweest. Toen we we bij de toenmalige procureur-generaal vroegen om inzage van het juridisch advies, was op dat moment, dat juridisch advies niet volledig openbaar gemaakt.

Tijdens de aanloop naar de oorlog, vroeg Blair uiteraard om juridisch advies. Het eerste concept was ongeveer 13 pagina's lang. De taal was erg voorzichtig - het stelde niet dat er was een duidelijke reden was voor oorlog. Het bevatte veel juridische termen van voorzichtigheid, maar op een gegeven moment werd Blair verteld dat het juridisch advies niet goed genoeg was. Hij had een waterdichte zaak nodig. De procureur-generaal formuleerde zijn advies vervolgens opnieuw, reduceerde het tot één pagina die vervolgens beschikbaar werd gesteld aan het Lagerhuis.

Dat is wat alle parlementsleden in het Lagerhuis ertoe overhaalde om te stemmen voor de betrokkenheid van Groot-Brittannië in de oorlog. Uiteindelijk is de ware informatie naar buiten gekomen, niet van mijzelf, maar via andere wegen en werd het duidelijk dat het juridisch advies van meet af aan niet waterdicht is geweest.
 
DB: Daniel Ellsberg zei dat jouw zeer belangrijke en moedige lek de enige was die op tijd kwam om een dreigend mogelijke oorlog af te wenden. Was het je wens om de oorlog te voorkomen?

KG: Ja, ik hoopte de Britse ministers de waarheid zouden zien en vraagtekens zouden plaatsen bij de acties van Blair en de geheime onderhandelingen die hij op dat moment voerde met Bush. Ik wilde meer transparantie over de kwestie. Ik wilde dat mensen zich zouden afvragen wat er gaande was en probeerde tegenwicht te bieden aan het breed gedragen enthousiasme voor een preventieve aanval tegen een land dat al zeer verarmd was en geen enkele bedreiging vormde, voor wie dan ook.

DB: Heb je ooit gehoord van mensen die op basis van jouw openbaringen, er achter kwamen ze werden afgeluisterd?

KG: Nee.

DB: Dus er waren geen bedankjes, afkomstig uit die hoek?

KG: Nee Op het moment van het lek, werd mijn naam niet naar buiten gebracht. Acht maanden later werd mijn naam openbaar gemaakt.

DB: Werd je leven erdoor veranderd? 

KG: Ik verloor mijn baan. De veilige, full-time, werkgelegenheid op lange termijn was niet meer
mogelijk. Dat heeft een impact gemaakt, vooral financieel, op mijn leven en dat van mijn familie. 

DB: We zien nu die buitengewone NSA lekken van Edward Snowden in de Britse Guardian. Wat zijn jouw gedachten hier over?

KG: Ik denk dat Snowden waarschijnlijk een stuk beter geïnformeerd is dan ik was op dat moment. Mijn lek bestond uit één component. Snowden heeft een lange tijd achter de rug binnen de Amerikaanse inlichtingendiensten. Hij is natuurlijk een zeer technisch onderlegde professional. Ik bewonder hem voor het nemen van deze enorme stap, die hij zeer zorgvuldig en methodisch heeft uitgedacht. Hij heeft een aantal zeer goede punten gemaakt. Dit soort problemen horen thuis in het publieke domein omdat het onschuldige leden van het bevolking betreft. Wij, het publiek, moeten hierin een zekere mate van zeggenschap hebben. 

DB: We horen dat mensen zoals jij, die lekten voor de oorlog, en Snowden nu, het leven van andere mensen in gevaar brengen, een gevaar zijn voor het volk. We horen dat geheimhouding noodzakelijk is om terreuraanslagen te voorkomen, en dat vele werden voorkomen door deze vorm van geheimhouding, onderzoek, aftappen en afluisteren die nu plaats vindt.
 

KG: Er is absoluut geen bewijs dat mijn gelekte informatie op enigerlei wijze iemand anders in gevaar heeft gebracht.

DB: Maar je werd daarvan beschuldigd. 

KG: Ja, ze houden ervan om beschuldigingen rond te strooien, absoluut. Maar in mijn geval, werd ik overwegend gesteund voor mijn acties. In het geval Snowden, staan de mensen - die een eerlijk en rechtvaardig inzicht in de problematiek hebben - achter zijn daden, evenals die van Bradley Manning, die momenteel terecht staat.

DB:
Ben je door dit alles geen vrienden of relaties verloren?

KG:
Ironisch genoeg, niet echt. Veel van mijn vrienden en collega's van GCHQ zijn ook weggegaan bij GCHQ, deels om vooruitgang te boeken in hun beroep. Ze zagen weinig kans om hun taalvaardigheden verder te ontwikkelen bij GCHQ en ik onderhoud nog steeds contact met hen.

DB: Als het moest, zou je het allemaal opnieuw doen?

KG: Dat is een moeilijke vraag. Ik ben nu getrouwd en heb een kind. Ik hoop dat ik het opnieuw zou doen, maar misschien zou ik het nu slimmer aanpakken. Snowden was erg goed geïnformeerd en lijkt precies te weten wat hij moet doen - hoe zijn veiligheid te beschermen en hoe uit de buurt te blijven van zijn onterechte arrestatie en berecht te worden zonder een eerlijk proces.

DB: Je taalvaardigheid. Gebruik je die nu?

KG: Niet nu. Ik ben alleen vloeiend in het Mandarijn Chinees. Ik spreek een beetje Japans en ik probeer nu Turks te leren.

DB: Dat kan goed van pas in de komende tien jaar of zo. Bedankt voor dit gesprek.


Creative Commons-Licentie
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie