Vertaling van John
Pilgers voorwoord bij het boek
PROPAGANDA BLITZ
How
the Corporate Media Distort Reality
door David Edwards en David Cromwell van MEDIA LENS
De dood van Robert Parry eerder dit jaar voelde als een vaarwel aan
het tijdperk van de verslaggever. Parry was "een baanbreker voor
onafhankelijke journalistiek", schreef Seymour Hersh, met wie
hij veel gemeen had.
Hersh onthulde het My Lai-bloedbad in
Vietnam en de geheime bombardementen op Cambodja. Parry bracht
Iran-Contra aan het licht, een drugs - en wapenhandel samenzwering
die leidde naar het Witte Huis. In 2016 leverden ze onafhankelijk van
elkaar overtuigend bewijs dat de Assad-regering in Syrië geen
chemische wapens had gebruikt. Het werd hun nooit vergeven.
Verdreven uit de
journalistieke goegemeente moet Hersh zijn werk buiten de Verenigde
Staten aan de man brengen. Parry richtte zijn eigen onafhankelijke
nieuwswebsite Consortium News op, waarin hij in een laatste stuk na
een hersenbloeding verwees naar de verheerlijking van "goedgekeurde
meningen" door de journalistiek, terwijl "niet-goedgekeurd
bewijsmateriaal terzijde wordt geschoven of geminacht, ongeacht de
kwaliteit ervan."
Hoewel de journalistiek
altijd al min of meer een verlengstuk was van de gevestigde macht, is
er de afgelopen jaren iets veranderd. Dissidentie, nog een
getolereerd fenomeen toen ik in de jaren zestig toetrad tot een
nationale krant in Groot-Brittannië, is teruggevallen tot een
metaforische underground, terwijl het liberale kapitalisme zich
beweegt richting een vorm van bedrijfsdictatuur. Dit is een
seismische verschuiving, waarbij journalisten toezicht houden op het
nieuwe 'groepsdenken', zoals Parry het noemde, via het verspreiden
van mythen en afleidingen en het achtervolgen van de vijanden
daarvan.
Kijk naar de heksenjacht op vluchtelingen en
immigranten, het vrijwillig opgeven door de "MeToo"
fanatici van onze oudste vrijheid, het 'vermoeden van onschuld'
beginsel, het anti-Rusland racisme en de anti-Brexit hysterie, de
groeiende anti-China campagne en de onderdrukking van de voorboden
van een mogelijke wereldoorlog.
Met veel, zo niet de
meeste, onafhankelijke journalisten die verbannen of uitgesloten zijn
van de 'mainstream', is een klein hoekje van het internet een
toevluchtsoord geworden voor onthulling en op bewijs gebaseerde
analyse; ware journalistiek. Sites zoals wikileaks.org,
consortiumnews.com, wsws.org, truthdig.com, globalresearch.org,
counterpunch.org en informationclearinghouse.com zijn verplichte
lectuur voor diegenen die een wereld proberen te begrijpen waarin
wetenschap en technologie wonderbaarlijk vooruitgang boeken, terwijl
het politieke en economische leven in de angstige 'democratieën'
vegeteert achter een media-façade van een
zichzelf bespiegelende uitbundigheid.
In Groot-Brittannië is
er slechts één website die onafgebroken, onafhankelijke
media-kritiek aflevert. Dit is het opmerkelijke Media Lens -
opmerkelijk omdat de oprichters en redacteuren, en tevens de enige
schrijvers, David Edwards en David Cromwell, sinds 2001 hun blik niet
hebben gericht op de gebruikelijke verdachten, de Tory-pers, maar de
lichtende voorbeelden van gerenommeerde liberale journalistiek: de
BBC, The Guardian, Channel 4 News.
Hun methode is
eenvoudig. Nauwgezet in hun onderzoek zijn ze respectvol en beleefd
wanneer ze een journalist vragen waarom hij of zij een dergelijk
eenzijdig verslag heeft geschreven, of essentiële feiten heeft
verzwegen of in diskrediet geraakte mythen heft gepropageerd.
De antwoorden die
ze ontvangen zijn vaak defensief, soms beledigend; sommige zijn
hysterisch, alsof door hun werkwijze een beschermde diersoort gevaar
loopt.
Ik zou zeggen dat Media Lens de stilte over corporate
journalistiek heeft verbrijzeld. Net als Noam Chomsky en Edward
Herman in Manufacturing Consent vertegenwoordigen ze een vijfde macht
die de macht van de media ontmantelt en van mystiek ontdoet.
Wat vooral
interessant is, is dat geen van beiden journalisten is. David Edwards
was een leraar, David Cromwell is een voormalig wetenschapper. Maar
toch, hun begrip van de moraal van de journalistiek - een term die
zelden wordt gebruikt; laten we het echte objectiviteit noemen - is
een versterkende kwaliteit van hun online Media Lens-bijdragen.
Ik denk dat hun werk
heroïsch is en ik zou een kopie van hun zojuist gepubliceerde boek,
Propaganda Blitz, plaatsen in elke – het bedrijfsleven dienende –
journalistieke school en welke is dat niet?
Neem
het hoofdstuk “Ontmanteling van het Nationaal Ziekenfonds”,
waarin Edwards en Cromwell de kritische rol beschrijven die
journalisten speelden in de crisis van de baanbrekende Britse
gezondheidszorg.
De NHS (National Health Service) crisis is het
product van een politieke en media constructie die bekend staat als
“soberheid”, met zijn bedrieglijke wezeltaal van
“efficiëntiebesparingen” (de BBC-term voor het afknijpen van
overheidsuitgaven) en "harde keuzes" (de opzettelijke
vernietiging van het denkbeeld van een beschaafd leven in het moderne
Groot-Brittannië).
"Soberheid”
is een uitvinding. Groot-Brittannië is een rijk land waarvan de
schulden veroorzaakt werden door schurkachtige banken, niet door zijn
mensen. De geldmiddelen die de National Health Service comfortabel
zouden financieren zijn op klaarlichte dag gestolen door de weinigen
die miljarden aan belastingen mochten vermijden en
ontduiken.
Gebruik makend van een vocabulaire van zakelijke
eufemismen, wordt de door de overheid gefinancierde gezondheidsdienst
opzettelijk verziekt door vrije marktfanaten, om de verkoop ervan te
rechtvaardigen. De Labour-partij van Jeremy Corbyn lijkt hier
misschien tegen te zijn, maar is dat zo? Het antwoord is zeer
waarschijnlijk nee. Hierover wordt weinig in de media gezinspeeld,
laat staan uitgelegd.
Edwards en Cromwell hebben de uit 2012 stammende
'Gezondheid en Sociale Zorg Wet' ontleed, waarvan de onschadelijke
titel de ernstige gevolgen afdekt. Het merendeel van de Britse
bevolking beseft niet dat deze wet een einde maakt aan de wettelijke
verplichting van Britse regeringen om universele gratis
gezondheidszorg te verstrekken: het fundament waarop de NHS na de
Tweede Wereldoorlog werd opgericht. Particuliere bedrijven kunnen
zich nu naar binnen werken bij de NHS, een voor een.
Waar,
vroegen Edwards en Cromwell, was de BBC toen deze gedenkwaardige wet
zich een weg baande door het Parlement? Met een wettelijke
verplichting om "een brede blik te bieden" en om het
publiek behoorlijk te informeren over "kwesties van openbaar
beleid", heeft de BBC nooit melding gemaakt van de dreiging waar
een van de meest gekoesterde instellingen van de natie tegenover
stond. Een BBC-kop luidde: “Wet die de macht bij de artsen legt.”
Dit was pure staatspropaganda.
Er
is een treffende gelijkenis met de verslaggeving van de BBC over de
onwettige invasie van Irak door premier Tony Blair in 2003, waardoor
er een miljoen doden vielen en nog veel meer ontheemd raakten. Een
onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit van Cardiff, Wales, wees
uit dat de BBC de regeringslijn “overweldigend” weerspiegelde
terwijl rapporten over menselijk lijden vrijwel genegeerd werden .
Een Media Tenor-studie plaatste de BBC
onderaan een gezelschap van westerse omroepen, gerekend naar de tijd
die ze schonk aan tegenstanders van de invasie. Het veelgeroemde
'principe' van onpartijdigheid van het bedrijf kwam niet eens im
frage.
Een van de meest veelzeggende hoofdstukken in
'Propaganda Blitz' beschrijft de lastercampagnes van journalisten
tegen dissidenten, politieke non-conformisten en klokkenluiders. De
campagne van The Guardian tegen de oprichter van WikiLeaks, Julian
Assange, is de meest verontrustende.
Assange, wiens
epische WikiLeaks onthullingen beroemdheid brachten, journalistieke
prijzen en overvloed aan de Guardian, werd opgegeven toen hij niet
langer bruikbaar was. Hij werd vervolgens slachtoffer aan een van de
meest vulgaire en laffe reeks aanvallen die ik ooit tegenkwam.
Zonder een cent aan WikiLeaks af te dragen, leidde een
gehypet Guardian-boek tot een lucratieve Hollywood-filmdeal. De
auteurs van het boek, Luke Harding en David Leigh, beschrijven
Assange zonder enige aanleiding als een “beschadigde
persoonlijkheid” en als “hardvochtig”. Ze onthulden ook het
geheime wachtwoord dat hij in vertrouwen aan de krant had gegeven, en
bedoeld was om een digitaal bestand met Amerikaanse ambassade mails
te beschermen.
Nu Assange vastzit in de
Ecuadoraanse ambassade, staat Harding buiten, tussen de politie, zich
op zijn blog te verkneukelen dat “Scotland Yard misschien als
laatste zal lachen”.
De columniste van de Guardian, Suzanne Moore,
schreef: “Ik neem aan dat Assange zich vol zit te proppen met met
geplette cavia's, hij is echt een absolute mega drol.”
Moore,
die zichzelf beschrijft als een feministe, klaagde later dat ze, na
Assange aangevallen te hebben, “laaghartige beschimpingen” over
zich heen had gekregen. Edwards en Cromwell schreven haar: "Dat
is echt jammer, sorry om dat te horen, maar hoe zou jij iemand
uitmaken voor 'een absolute mega drol' dan noemen? Laaghartige
beschimping?
Moore antwoordde dat nee, dat zou ze niet, en
voegde eraan toe: 'Ik zou je willen adviseren om te stoppen met zo
verdomd betuttelend te zijn.'
Haar voormalige
Guardian-collega James Ball schreef: “Het is moeilijk voor te
stellen hoe de ambassade van Ecuador in Londen moet ruiken sinds de
meer dan vijf en een half jaar dat Julian Assange daar is
ingetrokken.
Dergelijke
stompzinnige kwaadaardigheid verscheen in een krant die door haar
redacteur, Katharine Viner, omschreven wordt als “bedachtzaam en
vooruitstrevend”. Wat is de oorzaak van deze wraakzucht? Is het
jaloezie, een perverse erkenning dat Assange meer journalistieke
primeurs heeft gescoord heeft dan zijn sluipschutters in een
mensenleven op kunnen bogen? Is het dat hij weigert “een van ons”
te zijn en diegenen ten schande maakt die de onafhankelijkheid van de
journalistiek al lang hebben verraden?
Journalistieke studenten zouden dit moeten
bestuderen om te begrijpen dat de bron van “nepnieuws” niet
alleen trolisme is, of soorten van Fox-nieuws, of Donald Trump, maar
een journalistiek die zichzelf de valse status heeft aangemeten van
respectabiliteit: een liberale journalistiek die claimt de strijd aan
te gaan tegen staatsmacht maar, in werkelijkheid, het behaagt en
beschermt, en ermee samenspant. De amoraliteit van de jaren van Tony
Blair, die de Guardian niet heeft kunnen rehabiliteren, is de echo
ervan.
"[Het is] een tijdperk
waarin mensen smachten naar nieuwe ideeën en nieuwe alternatieven,"
schreef Katharine Viner. Haar politieke columnist Jonathan Freedland
wees het verlangen van jongeren af die het bescheiden beleid van
Labour-leider Jeremy Corbyn steunden, als “een vorm van
narcisme”.
“Hoe kwam deze man ...”, tetterde Zoe
Williams van de Guardian, “überhaupt op een verkiesbare plek
terecht?” Een koor van bij de krant werkende, bijdehandse
kippen-zonder-kop kakelden geestdriftig mee, waarna ze beurtelings in
hun eigen zwaard vielen toen Corbyn dichtbij de winst kwam tijdens de
algemene verkiezingen in 2017, ondanks de media.
Complexe verhalen
worden getransformeerd tot een sekte-achtige formule van
partijdigheid, geruchten en verzwegen feiten: Brexit, Venezuela,
Rusland, Syrië. Wat Syrië betreft hebben hier alleen de onderzoeken
van een groep onafhankelijke journalisten tegenwicht kunnen bieden,
waarmee het netwerk van Anglo-Amerikaanse steun aan jihadisten in
Syrië werd onthuld, inclusief die met betrekking tot ISIS.
Ondersteund door een
“psyops”-campagne gefinancierd door het Britse Ministerie van
Buitenlandse Zaken en het Amerikaanse Agentschap voor Internationale
Hulp (USAID), is het doel om het Westerse publiek te misleiden en de
omverwerping van de regering in Damascus te versnellen, ongeacht dat
dit een terugkeer naar de middeleeuwen met zich meebrengt en het
risico van oorlog met Rusland.
De “Syria
Campaign”, opgezet door een PR-bureau in New York, “Purpose”, financiert een groep die
bekend staat als de Witte Helmen, die zich ten onrechte de naam
"Syria Civil Defence" hebben aangemeten en die kritiekloos
op tv-nieuws en sociale media worden gepresenteerd, waarbij de
slachtoffers van bombardementen lijken te worden gered; acties die
ze zelf filmen en bewerken, hetgeen de kijkers nooit te horen zullen
krijgen. George Clooney is een fan.
De Witte Helmen zijn
aanhangsels van de jihadisten met wie zij adressen delen. Hun
mediagenieke uniformen en apparatuur worden geleverd door hun
westerse broodheren. Dat hun heldendaden niet in twijfel worden
getrokken door grote nieuwsorganisaties, is een indicatie van hoe
diep de invloed van – door de staat gesteunde - PR in de media nu
al gevorderd is. Zoals Robert Fisk onlangs opmerkte, schrijft geen
enkele "mainstream" verslaggever schrijft over Syrië,
vanuit Syrië.
In
een tendentieus artikel, werd een journalist van de Guardian uit San
Francisco, Olivia Solon, die nog nooit Syrië heeft bezocht, in de
gelegenheid gesteld om het onderbouwde onderzoekswerk van de
journalisten Vanessa Beeley en Eva Bartlett over de Witte Helmen te
besmeuren als “online gepropageerd door een netwerk van
anti-imperialistische activisten, complottheoretici en trollen met de
steun van de Russische regering”.
Dit misbruik werd
gepubliceerd zonder een enkele correctie toe te staan, laat staan een
recht op wederwoord. De Guardian-reactiepagina werd geblokkeerd,
zoals vastgesteld werd door Edwards en Cromwell. Ik zag de lijst met
vragen die Solon naar Beeley stuurde, die klinkt als een
McCarthy-achtig aanklachtformulier: "Werd je ooit uitgenodigd in
Noord-Korea?"
Zoveel van de mainstream is naar dit niveau
afgedaald. Subjectivisme is alles; Slogans en verontwaardiging zijn
bewijs genoeg. Alles draait om “de perceptie”.
Toen
hij de Amerikaanse bevelhebber in Afghanistan was, noemde generaal
David Petraeus de missie waar hij mee bezig was “een
perceptieoorlog ... uitgevoerd met de onafgebroken hulp van de
nieuwsmedia". Wat er echt toe deed, waren niet de feiten, maar
de manier waarop het verhaal in de Verenigde Staten het dééd. De
niet met name genoemde vijand was, zoals altijd, een geïnformeerd en
kritisch publiek thuis.
Er is niets
veranderd. In de jaren zeventig ontmoette ik Leni Riefenstahl, de
filmmaakster voor Hitler, die het Duitse publiek met propaganda wist
te betoveren
Ze vertelde me dat de “boodschappen” van haar
films niet afhankelijk waren van “orders van bovenaf”, maar van
de “onderdanige leegheid” van een ongeïnformeerd publiek.
“Viel
de liberale, hoger opgeleide klasse daar ook onder?” Heb ik haar
gevraagd.
“Iedereen,” zei ze. “Propaganda wint altijd,
als je het toestaat.”
Dit werk valt onder een
Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.