Al eerder was er onrust ontstaan omdat door
het smelten van de permafrost grote hoeveelheden methaan dreigden
vrij te komen. Het gebied met permafrost (grond die constant bevroren
blijft) beslaat zo'n 20 % van de aarde en vinden we in Alaska en
Siberië.
In het Russische deel van Arctisch
permafrost, dat zich uitstrekt vanaf het vasteland tot aan het
relatieve ondiepe zeebodem van de Oost-Siberische Arctische Plaat,
liggen honderden miljoenen tonnen methaangas opgesloten. Methaan
wordt wel sneller door het milieu afgebroken dan andere
broeikasgassen maar plotseling vrijkomen van dit spul zou een
ecologische ramp zijn en opwarming van de aarde enorm doen versnellen.
Methaan is het spul wat bijvoorbeeld
door koeien geproduceerd wordt en is 20 keer zo gevaarlijk als CO2.
Het is een wezenlijk onderdeel van het probleem met de broeikasgassen
die verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering van de aarde. Er
wordt ook aangenomen dat methaan een nog dringender probleem is dan
CO2.. Jaarlijks produceert de wereldwijde veestapel meer broeikasgassen dan het autoverkeer. Sinds 1750 is de hoeveelheid
methaan in de lucht meer dan verdubbeld.
Nu zijn er wel manieren om van de nood
een deugd te maken door bijvoorbeeld de aanwezige methaan en CO2 te
gebruiken om er een relatief schone brandstof van te maken of
methaanhydraat te gaan gebruiken, maar voorlopig zijn de winningskosten
en de hoge energie die nodig is om dergelijke brandstoffen te produceren
een belangrijke belemmering. Daarnaast praten we opnieuw over gebruik
van fossiele brandstof en dat is eigenlijk niet de weg die we op
willen.
Het is jammer dat er nog steeds
conservatieve complotdenkers zijn die het idee promoten dat er sprake
is van een klimaat-zwendel of hoax. Of libertariërs die uiteraard
tegen elke vorm van klimaatregelgeving zijn omdat dat als inmenging
door de staat wordt gezien, hetgeen de werking van een vrije markt teveel
verstoort.
Terwijl er wel degelijk ook veel
zinnige kritiek geleverd kan worden op de huidige (neoliberale)
aanpak d.m.v. de handel in emissierechten. Door het zakenleven te
prikkelen met financiële voordeeltjes zou er een lucratieve markt
ontstaan in schonere energie, maar de praktijk toont aan dat
bedrijven – in hun jacht op deze voordeeltjes – vaak juist
elders in de wereld aanzetten tot nog meer uitstoot. In India
bijvoorbeeld komt er bij een fabriek veel schadelijk HFC-23 gas
vrij. Westerse bedrijven investeren vervolgens in een daarnaast
gelegen fabriek die deze schadelijke stof verbrandt waarmee
emissie-punten te behalen zijn. Gevolg: Er ontstaan in India méér
vervuilende industrie, het investerende bedrijf verdient ook nog eens
aan die fabriek en het kan in eigen land doorgaan met de bestaande
vervuiling.
Wat dan in beginsel als een win-win
situatie werd voorgespiegeld blijkt dan ook uit te lopen op een
beurs-spelletje waarbij de bedrijven winnen en de enige verliezer het
milieu is. En dat zal zo blijven zolang we toestaan dat
financieel-economische machten directe invloed hebben in de politieke
besluitvorming.
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten