http://www.middleeasteye.net/columns/how-pentagon-sank-us-russia-campaign-syria-and-ceasefire-1932525374
Opnieuw ging een Amerikaans-Russische wapenstilstand deal over Syrië in rook op.
Of het zou hebben kunnen overleven, zelfs met een Amerikaans-Russische akkoord, valt te betwijfelen, gelet op de aandrang bij al Qaida en zijn bondgenoten om het te vernietigen. Maar het was uiteindelijk de politiek van de Amerikaans-Russische betrekkingen die een centrale rol speelde in de teloorgang van de tweede wapenstilstand.
De genadeslag kwam ogenschijnlijk vanuit het Russisch-Syrische kamp, maar wat de aanleiding vormde tot het te beëindigen van de wapenstilstand was allereerst de Amerikaanse aanval op Syrische regeringstroepen op 17 september.
Dat overtuigde de Russen dat het Pentagon niet van plan was het belangrijkste onderdeel van de deal te implementeren en wat tevens het meest belangrijk voor de regering-Poetin was: een gezamenlijke Amerikaans-Russische luchtcampagne tegen de Islamitische Staat (IS) en al-Qaeda via een "Gezamenlijk Uitvoerings Centrum". En het is niet vreemd om te veronderstellen dat dat ook inderdaad het doel was.
Ontruiming van de Castello Road - of niet?
De Russen hadden een krachtige stimulans om ervoor te zorgen dat de wapenstilstand zou slagen, vooral rond Aleppo.
http://www.middleeasteye.net/sites/default/files/styles/wysiwyg_large/public/images/CastelloRd.July2016.AFP_.jpg |
De Russen legden grote nadruk op garanties dat het Syrische leger zich zou houden aan aan het demilitarisering plan. Men had op 13 september een mobiele uitkijkpost op de weg gestationeerd. En zowel de Russen als de Syrische staatstelevisie meldden dat het Syrische leger zijn zware wapens vroeg op 15 september van de weg hadden verwijderd, inclusief videobeelden van een bulldozer die prikkeldraadversperringen opruimde. Het 'Syrische Observatorium voor de Mensenrechten' bevestigde dat het Syrische leger zich van de weg had teruggetrokken.
Maar al Qaida's onlangs omgelabelde Jabhat Fateh al-Sham (voorheen de Jabhat al-Nusra) had een duidelijke stimulans om niet mee te willen doen aan een ontwikkeling die de deur kon openen naar een Amerikaans-Russisch offensief tegen zichzelf. Bronnen aan de kant van de oppositie in Aleppo beweerden dat terugtrekking van de regeringstroepen niet had plaatsgevonden en kondigden aan dat de oppositie-eenheden zich niet terug zouden trekken van hun posities in de buurt bij de weg. Op de ochtend van 16 september, nam het Syrische leger zijn posities weer in op de weg.
Op diezelfde dag werd in een telefoongesprek tussen tussen Kerry en Lavrov bevestigd dat de wapenstilstand nog steeds geldig was, ook al werden de humanitaire hulp konvooien nog steeds opgehouden in de bufferzone aan de Turkse grens vanwege het ontbreken van toestemming van de Syrische regering, alsmede de onzekerheid over de veiligheid op de weg naar Aleppo.
Maar Kerry vertelde Lavrov ook dat de VS er nu op aan drongen dat het plan voor het 'Gezamenlijk Uitvoerings Centrum' pas van kracht zou gaan worden nadat de humanitaire hulp gearriveerd zou zijn op plaats van bestemming.
Botsingen binnen het VS beleid
Deze cruciale verschuiving in de Amerikaanse diplomatieke positie was een direct gevolg van de felle oppositie van het Pentagon tegen Obama's voornemen om in Syrië een militair samenwerkingsverband aan te gaan met Rusland. Voor het Pentagon gold een hoger belang in het voorkomen van een dergelijke high-profile Amerikaans-Russische samenwerking in een tijd waarin het aandringt op veel grotere Amerikaanse militaire investeringen om zich te kunnen weren tegen de vermeende Russische agressie in een nieuwe Koude Oorlog.
Tijdens een buitengewone videoconferentie met Kerry, onmiddellijk nadat de onderhandelingen over de wapenstilstand waren afgerond, uitte minister van Defensie Ashton Carter sterke bezwaren tegen het 'Gezamenlijk Centrum' – en met name de voorziening voor het delen van inlichtingen met de Russen voor een campagne tegen IS en al Qaida.
Tot dan aan toe had Obama Carter's bezwaren genegeerd, maar in een New York Times artikel dat in de nacht van 13 september verscheen werd melding gemaakt van het feit dat functionarissen bij het Pentagon nog steeds geen overeenstemming hadden over hoe de VS te werk moest gaan met het oprichten van het 'Gezamenlijk Uitvoerings Centrum' als de wapenstilstand zeven dagen zou aanhouden.
The Times citeerde luitenant-generaal Jeffrey L Harrigian, commandant van de 'United States Air Forces Central Command' (AFCENT), die tegen verslaggevers had gezegd: "Ik zeg geen ja, en geen nee."
"Het zou voorbarig zijn om te zeggen dat we er regelrecht mee aan de slag gaan" voegde hij eraan toe.
Het besluit van president Obama om aan te dringen dat de VS niet eerder zou deelnemen aan het 'Gezamenlijk Centrum' met Rusland dan dat de hulpkonvooien in Aleppo en elders toegelaten waren was blijkbaar bedoeld om het Pentagon gerust te stellen, maar het liet niettemin de mogelijkheid open voor een gezamenlijke Amerikaans / Russische samenwerking.
Onmiddellijk effect
Laat in de avond van de volgende dag voerden Amerikaanse en geallieerde vliegtuigen meerdere aanvallen uit op een Syrische regeringsbasis in de woestijn, in de buurt van een van de vliegbases in Deir ez-Zor waarbij ten minste 62 Syrische troepen gedood werden en meer dan 100 gewond raakten.
Het Pentagon erkende het gebeuren al snel en sprak van een vergissing, veroorzaakt door foutieve coördinaten van de doelen, maar het effect op de wapenstilstand deal was onmiddellijk. Syrië beschuldigde de VS van een opzettelijke aanval op zijn troepen, en de Russen lieten blijken soortgelijke twijfels te hebben over de Amerikaanse verklaring.
Op maandag 19 september, maakte het Syrische regime bekend dat de zevendaagse wapenstilstand was afgelopen. En op diezelfde dag werd een belangrijke VN-humanitaire hulp konvooi aangevallen, juist op het moment dat het werd gelost in een – door de oppositie bezette - stad ten westen van Aleppo, waarbij meer dan 20 hulpverleners gedood werden. Amerikaanse functionarissen beschuldigden Rusland van een luchtaanval op het konvooi, hoewel het bewijs van een luchtaanval magertjes was, volgens een woordvoerder voor het Russische ministerie van Defensie.
Er is echter weinig verbeelding voor nodig om je voor te stellen hoe groot de woede moet zijn geweest als reactie op de klappen die zowel de Russische en Syrische regeringen te incasseren kregen: eerst richting het Syrische leger, en daarnaast de afspraken die waren gemaakt met Washington. Ze waren zeker van overtuigd dat de Amerikaanse luchtaanval op Syrische troepen een duidelijk signaal was dat het Pentagon en de Amerikaanse militaire leiding geen samenwerking met Rusland in Syrië zouden dulden – en het als een voorbode moest worden gezien van een Syrische campagne zodra Hillary Clinton zou worden verkozen.
Het aanvallen van het hulpkonvooi, op welke manier dan ook, was een brute manier van een antwoord kenbaar maken als een reactie op dergelijke berichten. Helaas werd de zwaarste prijs voor deze respons betaald door hulpverleners en burgers.
Vergissing of strategie?
Het bewijs dat de VS opzettelijk een Syrische militaire basis als doelwit uitkoos is natuurlijk, indirect, en het is altijd mogelijk dat de aanval één van de vele monumentale vergissingen was, die - zoals in iedere oorlog - op grond van foutieve inlichtingen begaan worden.
Niemand heeft kunnen uitleggen hoe USAFCENT tot het besluit heeft kunnen komen dat een doelwit, zo dicht bij een Syrische regeringsvliegbasis, in die -door de regering gecontroleerde- stad een IS doelwit kan zijn geweest.
Maar de timing van de aanval - slechts 48 uur voordat de beslissing moest worden gemaakt over de vraag om door te gaan met het 'Gezamenlijk Uitvoerings Centrum' - en zijn duidelijke impact op de wapenstilstand – vormen een stevige grondslag voor de veronderstelling dat het geen vergissing was.
En wat die grondslag nog steviger maakt: Generaal Harrigian, de USAFCENT commandant die weigerde te zeggen dat zijn afdeling akkoord zou gaan met zo'n samenwerking met Rusland, zou vrijwel zeker ingestemd hebben met het opzettelijk aanstippen van de Syrische basis als doelwit.
Militaire planners bij USAFCENT zijn zeer vertrouwd met het gebied waar de Syrische troepen werden gebombardeerd, aangezien er gemiddeld 20 dergelijke aanvallen in de week rond Deir Ezzor worden uitgevoerd, vertelde een ambtenaar van Defensie aan Nancy Youssef van 'The Daily Beast'.
Pentagon officials gaven tegenover Youssef toe dat USAFCENT de plek al minsten een paar dagen aan het observeren was, maar in feite moeten zij bekend zijn geweest met de locatie, die klaarblijkelijk al ten minste zes maanden of langer moet hebben bestaan.
Nu dat de strategie van het afgelopen jaar in vlammen is opgegaan, is de enige manier waarop Obama een enigszins zinvol beleid kan voeren aangaande Syrië is om zich te herbezinnen over de fundamentele keuzes waardoor de VS in beginsel begon deze oorlog te sponsoren.
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.