(Dit is de vertaling van een artikel uit The Grayzone van 20 februari 2021)
Nieuwe
gelekte documenten tonen aan dat Reuters en de BBC betrokken zijn bij
geheime Britse FCO-programma's om 'attitudeverandering' teweeg te
brengen en 'de invloed van de Russische staat te verzwakken', in
samenwerking met inlichtingenprofessionals en Bellingcat.
Het
Britse Foreign and Commonwealth Office (FCO) [Ministerie van
Buitenlandse Zaken van het Gemenebest]
heeft Reuters en de BBC gesponsord om een reeks geheime programma's
uit te voeren die gericht zijn op het bevorderen van
regimeverandering in Rusland en het ondermijnen van de regering in
een gebied dat Oost-Europa en Centraal-Azië bestrijkt, volgens een
reeks gelekte documenten.
Uit het
gelekte materiaal blijkt dat de 'Thomson Reuters Foundation' en 'BBC
Media Action' deelnemen aan een geheime informatieoorlogscampagne om
Rusland tegen te werken. De media-organisaties werkten via een
schimmige afdeling binnen de Britse FCO, bekend als de 'Counter
Desinformation & Media Development' (CDMD), en werkten samen met
een team van inlichtingenprofessionals in een geheime entiteit die
eenvoudigweg bekend staat als 'het Consortium'.
Door middel
van trainingsprogramma's van Russische journalisten onder toezicht
van Reuters, probeerde het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken
een "attitudeverandering bij de deelnemers" teweeg te
brengen, door een "positieve impact" op hun "perceptie
van het VK" te bevorderen. Chris
Williamson, een voormalig parlementslid van het Britse Labour die
openbaar onderzoek probeerde te doen naar de geheime activiteiten van de CDMD en
hardnekkig werd tegengewerkt om redenen
van nationale veiligheid, vertelde tegen The Grayzone: "Deze
onthullingen laten zien dat toen parlementsleden over Ruslands
praktijken tekeer gingen, Britse agenten de BBC en Reuters gebruikten
om precies dezelfde tactieken te gebruiken waarvan politici en
mediacommentatoren Rusland verweten die te gebruiken".
“De
BBC en Reuters zien zichzelf als een onaantastbare, onpartijdige en
gezaghebbende bron van wereldnieuws”, vervolgde Williamson, “maar
beide worden nu enorm gecompromitteerd door deze onthullingen. Het
vertonen van een dergelijke dubbele moraal brengen gevestigde
politici en commerciële journalistiek alleen maar in diskrediet.”
Woordvoerder Jenny
Vereker van de Thomson Reuters Foundation bevestigde impliciet de
authenticiteit van de gelekte documenten in een antwoord per e-mail
op vragen van The Grayzone. Ze voerde echter aan: “De conclusie dat
de Thomson Reuters Foundation betrokken was bij 'geheime
activiteiten' is verkeerd en geeft een onjuiste voorstelling van ons
werk dat wij in het algemeen belang doen. We steunen al decennia lang
openlijk een vrije pers en doen ons best om journalisten wereldwijd
te helpen bij het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn om
onafhankelijk te rapporteren.”
De
tranche van gelekte bestanden lijkt sterk op UK FCO-gerelateerde
documenten die tussen 2018 en 2020 zijn vrijgegeven door een
hackerscollectief dat zichzelf Anonymous noemt. Dezelfde bron heeft
verantwoordelijkheid opgeëist voor het verkrijgen van de laatste
hoeveelheid documenten.
De
Grayzone rapporteerde in oktober 2020 over gelekt materiaal dat werd
vrijgegeven door Anonymous, dat een enorme propagandacampagne blootlegde die werd gefinancierd door het Britse FCO om steun te genereren voor regime-change in Syrië. Kort
daarna beweerde het ministerie van Buitenlandse Zaken dat zijn
computersystemen waren binnengedrongen door hackers, waarmee de
authenticiteit ervan werd bevestigd.
De
nieuwe lekken laten in verontrustend detail zien hoe Reuters en de
BBC - twee van de grootste en meest vooraanstaande nieuwsorganisaties
ter wereld – hun best probeerden te doen om tegemoet te komen aan
het verzoek van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken om de
“mogelijkheden om repliek te geven en onze boodschap in heel
Rusland te promoten” te verbeteren. En om “het verhaal van de
Russische regering te weerspreken.” Volgens de directeur van de
CDMD was een van de doelstellingen van de Britse FCO om "de
invloed van de Russische staat op zijn naaste buren te verzwakken".
Reuters
en de BBC wisten voor miljoenen dollars aan contracten binnen te
slepen om de interventionistische doelstellingen van de Britse staat
te bevorderen, waarbij ze beloofden Russische journalisten te
cultiveren via door de FCO gefinancierde rondleidingen en
trainingssessies, beïnvloedingsnetwerken in en rond Rusland op te
zetten en pro-NAVO-verhalen te promoten in Russisch sprekende
regio's.
In
verschillende voorstellen aan het Britse ministerie van Buitenlandse
Zaken pochte Reuters te beschikken over een wereldwijd
beïnvloedingsnetwerk van 15.000 journalisten en personeel, waaronder
400 in Rusland.
De
UK FCO-projecten werden heimelijk uitgevoerd en in samenwerking met
zogenaamd onafhankelijke, spraakmakende online media-instellingen,
waaronder Bellingcat, Meduza en de door Pussy Riot opgerichte
MediaZona. Bij Bellingcat's deelname ging het blijkbaar om een
Britse FCO-interventie bij de verkiezingen van 2019 in
Noord-Macedonië namens de pro-NAVO-kandidaat.
De
inlichtingendienst-contractanten die
toezicht hielden op die operatie schepten op over het
opzetten van “een netwerk van YouTubers in Rusland en
Centraal-Azië” terwijl ze “deelnemers ondersteunden in het maken
en ontvangen van internationale betalingen zonder dat die als externe
financieringsbronnen gekenmerkt zouden worden.” Het bedrijf prees
ook zijn vermogen om “een reeks inhoud te activeren” om protesten
tegen de regering in Rusland te steunen.
De
nieuwe documenten bieden kritische achtergrondinformatie over de rol
van NAVO-lidstaten zoals het VK bij het beïnvloeden van de protesten
in kleurenrevolutie-stijl die in 2020 in Wit-Rusland werden gevoerd,
en roepen verontrustende vragen op over de intriges en onrust rond de
gevangengenomen Russische oppositiefiguur Alexei Navalny.
Verder roepen de
stukken ernstige twijfel op over de onafhankelijkheid van twee van 's
werelds grootste en meest prestigieuze mediaorganisaties, waarbij
Reuters en de BBC worden onthuld als schijnbare tussenschakel van
inlichtingendiensten die zich te goed doen aan de trog van Britse
nationale veiligheidsstaat die hun nieuwsdiensten steeds minder
genegen zijn te onderzoeken.
Reuters
zoekt een geheim contract van het Britse ministerie van Buitenlandse
Zaken om Russische media te infiltreren
Een
reeks officiële documenten die in januari 2020 werd vrijgegeven,
onthulde
dat Reuters in de jaren zestig en zeventig in het geheim werd
gefinancierd door de Britse regering om een anti-Sovjetpropaganda
organisatie bij te staan die werd geleid door de inlichtingendienst
MI6. De Britse regering gebruikte de BBC als een doorgeefluik om
betalingen aan de nieuwsgroep te verbergen.
De
onthulling bracht een woordvoerder van Reuters ertoe te verklaren dat
“de regeling in 1969 [met de MI6] niet in overeenstemming was met
onze vertrouwensprincipes (“Trust Principles”) en dat we dit
tegenwoordig niet zouden doen.”
Deze
Trust Principles schetsten de contouren van een missie, bedoeld om
“het behouden van
[Reuters’] onafhankelijkheid, integriteit en vrijheid van
vooringenomenheid bij het verzamelen en verspreiden van informatie en
nieuws.”
In haar eigen
beginselverklaring verkondigt de BBC:
“Vertrouwen is
het fundament van de BBC. We zijn onafhankelijk, onpartijdig en
eerlijk.”
De
nieuw gelekte documenten die door The Grayzone zijn geanalyseerd,
lijken echter te onthullen dat zowel Reuters als de BBC opnieuw een
niet-transparante relatie hebben met het Britse ministerie van
Buitenlandse Zaken om Rusland tegen te werken en te ondermijnen.
In
2017 leverde de non-profit tak van het media-imperium Reuters, de
Thomson Reuters Foundation (TRF), een formeel bod uit om “een
contract aan te gaan met de minister van Buitenlandse Zaken,
vertegenwoordigd door de Britse ambassade in Moskou, voor de levering
van een project 'Capaciteitsopbouw in Russische media'.” De brief
werd op 31 juli 2017 ondertekend door Reuters CEO Monique Ville.
(fig.1)
De
aanbesteding van Reuters was een reactie op een oproep tot het
indienen van biedingen door de FCO, die hulp zocht bij de uitvoering
van “een programma van thematours naar het VK door Russische
journalisten en online influencers”.
(fig.2)
Via
de Britse ambassade in Moskou probeerde het FCO een
"attitudeverandering bij de deelnemers" teweeg te brengen
en een "positieve impact" op hun "perceptie van het
VK" te bevorderen.
(fig.3)
In
2019 kwam het FCO met een soortgelijk initiatief, dit keer met een
agressiever plan om “het narratief van de Russische regering en
diens dominantie van de media en het informatiespectrum tegen te
werken”. In feite probeerde de Britse regering de Russische media
te infiltreren en haar eigen verhaal te verspreiden via een
beïnvloedingsnetwerk van Russische journalisten die in het VK waren
opgeleid.
(fig.4)
Reuters
reageerde op beide oproepen van de FCO met gedetailleerde
aanbestedingsvoorstellen. In zijn eerste bod pochte de mediagigant
over het opzetten van een wereldwijd netwerk van 15.000 journalisten
en bloggers door middel van “interventies door capaciteitsopbouw”.
In Rusland beweerde men minstens 400 journalisten te hebben
klaargestoomd door middel van de trainingsprogramma's.
(fig.5)
Reuters
beweerde namens de Britse ambassade in Moskou tien eerdere
trainingsreizen te hebben uitgevoerd voor 80 Russische journalisten.
Het stelde er nog acht voor, met de belofte om “Britse culturele en
politieke waarden” te promoten en “een netwerk van journalisten
in heel Rusland te creëren”, met elkaar verbonden door een
gedeelde “interesse in Britse aangelegenheden”.
(fig.6)
De
aanbestedingsvoorstellen van Reuters benadrukte de institutionele
vooroordelen en de interventionistische agenda die de
trainingsprogramma's kenmerkten. Bij het uitwerken van een reeks door
het FCO gefinancierde programma's van het VK die gericht waren op
"het tegenwerken van door de Russische staat gefinancierde
propaganda", koppelde Reuters de verhalen van de Russische
regering aan extremisme. Ironisch genoeg verwees het naar zijn eigen
pogingen om ze te verzwakken als “onpartijdige journalistiek”.
(fig.7)
Tegelijkertijd
leek Reuters te erkennen dat zijn geheime samenwerking met de Britse
ambassade in Moskou zeer provocerend en potentieel destructief was
voor de diplomatieke betrekkingen. Terugblikkend op een door het FCO
gefinancierde Britse tour voor Russische journalisten in het midden
van de Sergei Skripal-affaire, nadat de Britse regering Moskou had
beschuldigd van het vergiftigen van een overgelopen Russische
inlichtingenofficier die spioneerde voor Groot-Brittannië, vermeldde
de aanbesteding dat “[Thomson Reuters Foundation] in constante
communicatie [zou zijn] met de Britse ambassade in Moskou, om de risiconiveaus
te beoordelen, inclusief reputatierisico's voor de ambassade.”
(fig.8)
De
vermelding door Reuters van het Wit-Russische tv-station Belsat en de
bijzondere relevantie ervan “voor het vermogen van de Britse
regering om de verspreiding van Russische informatie op te sporen en
tegen te gaan” was opmerkelijk. Hoewel Belsat zichzelf omschrijft
als “het eerste onafhankelijke televisiekanaal in Wit-Rusland",
is het, zoals de aanbesteding van Reuters duidelijk maakt, een
instrument voor NAVO-invloed.
Belsat,
gevestigd in Polen en gefinancierd door het Poolse ministerie van Buitenlandse Zaken en andere EU-regeringen speelde een invloedrijke rol bij
het promoten van de protesten in kleurenrevolutie-stijl die in mei
2020 uitbraken om de afzetting van de Wit-Russische president
Alexander Loekasjenko te eisen.
Uiteindelijk
lijkt het bod van Reuters succesvol te zijn geweest, aangezien het
een contract van juli 2019 kreeg van het 'Conflict, Stability &
Security Fund' (CSSF) van FCO. Maar geen van beide entiteiten leek te
willen dat het publiek op de hoogte was van hun samenwerking aan een
project dat bedoeld was om Rusland tegen te werken. Het contract
kreeg de aantekening:“Strikt vertrouwelijk”.
(fig9)
“Het
verzwakken van de invloed van de Russische staat”
De
programma's die door het laatste lek van documenten aan het licht
zijn gekomen, opereren onder auspiciën van een schimmige divisie van
het 'Foreign and Commonwealth Development Office' (FCDO)
met de naam 'Counter
Disinformation & Media Development' (CDMD). Deze staat onder
leiding van een inlichtingenagent genaamd Andy Pryce en gehuld
in geheimzinnigheid.
En
de Britse regering heeft inderdaad een Wob-verzoek om openbaring van
de begroting van de divisie geweigerd en
heeft parlementsleden zoals Chris Williamson die gegevens over de
begroting en agenda zochten, tegengewerkt met het argument dat de
nationale veiligheid daarmee in gevaar zou komen.
“Toen
ik dieper probeerde te onderzoeken,” vertelde voormalig
parlementslid Williamson aan The Grayzone, “weigerden de ministers
mij toegang te geven tot documenten of correspondentie met betrekking
tot de activiteiten van deze organisatie. Mij werd verteld dat het
vrijgeven van deze informatie 'de effectiviteit van het programma zou
kunnen verstoren en ondermijnen'.”
Tijdens een
bijeenkomst die op 26 juni 2018 in Londen bijeengeroepen werd,
schetste Pryce een nieuw FCO programma “om de invloed van de
Russische staat op zijn naaste buren te verzwakken”. Hij vroeg een
consortium van bedrijven om de Britse staat te helpen bij het
opzetten van nieuwe en ogenschijnlijk onafhankelijke mediakanalen om
de door de Russische regering gesteunde media in de onmiddellijke
invloedssfeer van Moskou tegen te gaan en om de boodschap van de
NAVO-regeringen te versterken.
Uitgaand van een
veronderstelde bedoeling van Rusland om “verdeeldheid en
natuurlijk verstoring van democratische processen te veroorzaken”,
was de campagne die Pryce opzette agressiever en ingrijpender dan
alles waarop Rusland in het Westen nooit werd betrapt.
(fig.10)
Pryce
benadrukte dat geheimhouding van essentieel belang was en waarschuwde
dat “sommige betrokkenen niet met de FCO willen worden verbonden”.
(fig.11)
Een jaar later
ontwierp de CDMD divisie van de FCO een programma dat doorloopt tot
2022 tegen een kostprijs van $ 8,3 miljoen ten laste van de Britse
belastingbetaler. Het was bedoeld om nieuwe kanalen op te zetten en
reeds bestaande media-operaties te ondersteunen “om de inspanningen
van Rusland om verdeeldheid te zaaien tegen te gaan” en “om de
veerkracht te vergroten tegen vijandige berichten van het Kremlin in
de Baltische staten.” Dus ging de Britse regering op pad met een
reeks inlichtingenprofessionals
om de Baltische media te domineren met pro-NAVO-berichten - en
misschien zelf enige verdeeldheid te zaaien.
(fig.12)
Zoals hieronder
te zien is, heeft de BBC een ogenschijnlijk succesvol bod gedaan om
deel te nemen aan het geheime Baltische programma via haar non-profit
tak, bekend als 'BBC Media Action'.
(fig.13)
De
BBC stelde ook voor om deel te nemen aan een afzonderlijk FCO
mediapropagandaprogramma van het VK in Oekraïne, Moldavië en
Georgië. Het noemde Reuters en een – niet langer actieve -
inlichtingenprofessional genaamd Aktis Strategy, die deelnam aan
eerdere FCO CDMD-programma's, als belangrijke bondgenoten in dit
consortium.
(fig.14)
De BBC
selecteerde lokale partners zoals Hromadske, een in Kiev gevestigd
omroepnetwerk dat werd geboren in het midden van de zogenaamde Maidan
“Revolutie van
Waardigheid”
in 2014, dat vertrouwde op ultra-nationalistische spierballen om een
gekozen president te verwijderen en een pro-NAVO-regime te
installeren. Hromadske kwam bijna van de ene op de andere dag tot
stand met startkapitaal en logistieke
steun van het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID) en het 'Network
Fund' van de miljardair en mediamagnaat Pierre Omidyar.
(fig.15)
BBC Media Action
stelde voor om via 'Aktis' te werken om pro-NAVO-media te cultiveren
en te laten groeien in conflictgebieden zoals de Donbas-regio in
Oost-Oekraïne, waar sinds 2014 een proxy-oorlog woedt tussen het
door het westen gesteunde Oekraïense leger en pro-Russische
separatisten. Het was informatie-oorlogsvoering volgens het boekje,
waarbij omroepmedia als wapen werd gebruikt om het tij van de strijd
te keren in een langdurig, slepend conflict.
(fig.16)
De Britse
FCO-propagandacampagne waarschuwde dat “aan het Kremlin gelieerde
structuren” het project zouden kunnen ondermijnen als dit algemeen
bekend zou worden. Voor een mediaorganisatie die beweert vertrouwen
centraal te stellen in haar Normen en Waarden
statuut
opereerde
de BBC zeker onder een hoge mate van geheimhouding.
(fig.17)
De inmenging
van het Britse FCO in Oost-Europa en de Baltische staten veroorzaakte
een stormloop onder aannemers die 'capaciteitsopbouw' en
media-ontwikkelingshulp wilden bieden in de periferie van Rusland.
Onder de bieders waren Reuters en ervaren FCO aannemers die hadden
deelgenomen aan een reeks informatieoorlogscampagnes van Syrië tot
aan het Britse thuisfront.
Het
Consortium
Onder de
inlichtingenaannemers die boden om deel te nemen aan het door de FCO
gefinancierde consortium in het VK, waren het 'Zinc Network' en
'Albany Communications'. Zoals journalist Kit Klarenberg opmerkte in
een artikel van 18 februari over de recente FCO-lekken, “beschikken
deze firma's over personeel in het bezit van [veiligheids]
machtigingen, personen die voorheen op het hoogste niveau van de
regering, het leger en de veiligheidsdiensten dienden. Ze hebben
bovendien uitgebreide ervaring in het uitvoeren namens Londen van
wereldomvattende informatieoorlogsvoering.”
Zinc, voorheen
bekend als 'Breakthrough', heeft een contract gesloten voor het
Britse ministerie van Binnenlandse Zaken
om heimelijk mediaprojecten uit te voeren die Britse moslims met propaganda
bewerken onder auspiciën van het 'Preventie en de-radicalisering
initiatief'. In Australië werd Zinc betrapt op het uitvoeren van een clandestien programma om de steun voor het overheidsbeleid onder
moslims te bevorderen.
Ben Norton rapporteerde voor The Grayzone over
Albany's prestaties op het gebied van "het beveiligen van de
deelname van een uitgebreid lokaal netwerk van meer dan 55 stringers
[freelancers], verslaggevers en videografen" om mediaverhalen te
beïnvloeden en westerse doelstellingen voor regimeverandering in
Syrië te bevorderen, terwijl hij PR-diensten verleent namens
extremistische Syrische milities die door NAVO-lidstaten en
Golfmonarchieën worden gefinancierd om het land te destabiliseren.
In zijn bod
op het Britse FCO-mediaprogramma in de Baltische regio stelde Albany
een reeks satirische “interactieve spellen” voor, zoals “Putin
Bingo”, om de oppositie tegen de Russische regering aan te moedigen
en gebruik te maken van “frustraties die de Russen in de EU
ervaren”.
Albany zette
in Letland in door middel van een gevestigde site genaamd 'Meduza'
als 'een verfent voorstander van deze spellen'. Meduza, een
topwebsite onder Russische aanhangers van de oppositie, kon rekenen
op financiële steun gekregen van de Zweedse regering en verschillende door
miljardair gesteunde pro-NAVO-stichtingen.
(fig.18)
In haar rol als Britse FCO contractant zei het Zinc Network dat het niet alleen
"doelgroepsegmentatie en gerichte ondersteuning bood" aan
Meduza, maar ook aan 'Mediazona', een zogenaamd onafhankelijke
media-onderneming opgericht door twee leden van de anti-Kremlin
performancekunstgroep Pussy Riot. Een van de oprichters van
Mediazona, Nadya Tolokonnikova, deelde het podium met
de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton tijdens de
conferentie van de Clinton Foundation in 2015. Het jaar daarop belasterde Tolokonnikova de
nu gevangengenomen Wikileaks-oprichter Julian Assange met de
bewering: “Hij heeft banden met de Russische regering en ik voel
dat hij er trots op is.”
(fig.19)
Naast
het leveren van "gerichte ondersteuning" voor
"onafhankelijke" internetkanalen die de juiste koers volgen
tegen het Kremlin, stelde Zinc voor om UK FCO-financiering te
gebruiken voor een programma van rechtstreekse betalingen en hogere
Google resultaten binnen te halen voor hun spellen. De
inlichtingendienst tussenpersoon was expliciet over zijn wens om de
vindbaarheid via zoekopdrachten van de door de Russische overheid
gesteunde omroep RT.com te verminderen.
(fig.20)
Het
VK financierde en beheerde heimelijk een netwerk van Russische
YouTubers en “geactiveerde” protestcontent tegen de regering
In
een document dat als “privé en vertrouwelijk” werd aangeduid,
onthulde Zinc de rol van het Consortium bij het opzetten van een "YouTuber-netwerk" in Rusland en Centraal-Azië, bedoeld om de
boodschap van het VK en zijn NAVO-bondgenoten te verspreiden.
Volgens
Zinc ondersteunde het Consortium “deelnemers die internationale
betalingen doen en ontvangen zonder geregistreerd te zijn als externe
financieringsbronnen”, vermoedelijk om de Russische
registratievereisten voor door het buitenland gefinancierde
mediakanalen te omzeilen.
Zinc hielp de YouTube-influencers
ook bij het “ontwikkelen van redactionele strategieën om
kernboodschappen over te brengen” terwijl ze eraan werkten “hun
betrokkenheid vertrouwelijk te houden”. En het voerde zijn hele
programma van geheime propaganda uit in de naam van “het bevorderen
van de integriteit van de media en democratische waarden.”
(fig.21)
Misschien
wel de meest prominente Russische YouTube influencer is Alexei Navalny, een voorheen marginaal nationalistische oppositiefiguur die
werd genomineerd voor een Nobelprijs nadat hij het doelwit was
geworden van een spraakmakend vergiftigingsincident dat de
betrekkingen tussen Rusland en het Westen naar een dieptepunt na de
Koude Oorlog bracht.
De
veroordeling van Navalny door de Russische regering tot een
gevangenisstraf van 2,5 jaar wegens het ontwijken van voorwaardelijke
vrijlating heeft geleid tot een nieuwe golf van protesten tegen de
regering. In 2018 sponsorde Navalny persoonlijk nationale
demonstraties tegen het verbod op de gecodeerde berichten-app
Telegram.
In zijn bod
op een UK FCO-contract onthulde Zinc dat het een rol speelde achter
de schermen “om binnen 12 uur na de recente telegramprotesten een
reeks inhoud te activeren.” Of bij die activiteiten Navalny of zijn
directe netwerk betrokken was, was onduidelijk, maar de
privé-onthulling door Zinc bleek te bevestigen dat de Britse
inlichtingendienst een rol speelde bij het versterken van de
protesten van 2018.
(fig.22)
Russische
inlichtingendiensten hebben verdekt opgenomen videobeelden
vrijgegeven van Vladimir Ashurkov, de uitvoerend directeur van
Navalny's FBK-anticorruptieorganisatie, die in 2013 een ontmoeting
had met een vermoedelijke Britse MI6-agent genaamd James William
Thomas Ford, die opereerde vanuit de Britse ambassade in Moskou.
Tijdens het rendez-vous kan Ashurkov worden gehoord die 10 tot 20
miljoen dollar vraagt om "een heel ander beeld" van het
politieke landschap te genereren.
(fig.23)
In
2018 verscheen Ashurkovs naam in gelekte documenten die een geheim,
UK FCO-invloedsnetwerk, het 'Integrity Initiative', blootlegden.
Zoals The Grayzone meldde, opereerde het Integrity Initiative onder
de dekmantel van een denktank genaamd het 'Institute for Statecraft',
die zijn eigen locatie verborg via een nepkantoor in Schotland.
Gerund door een
groep militaire inlichtingenofficieren, werkte de geheime
propagandagroep via clusters van media en politieke opiniemakers om
de spanningen tussen het Westen en Rusland te laten escaleren.
Ashurkov stond op de lijst van de Londense cluster van anti-Russische
influencers.
De militaire
directeuren van het Integrity Initiative schetsten hun agenda in
grimmige, ondubbelzinnige bewoordingen. Zoals de uitgelekte memo
hieronder illustreert, probeerden ze de media, denktanks en hun
invloedennetwerk te exploiteren om zoveel mogelijk hysterie over de
zogenaamd kwaadaardige invloed van Rusland aan te wakkeren. Sinds ze
aan hun geheime campagne begonnen zijn, zijn bijna al hun wensen
uitgekomen.
(fig.24)
Bellingcat
sluit zich aan bij het Zinc Network, bemoeit zich naar verluidt met
de verkiezingen in Moldavië
Na
de vergiftiging van Alexei Navalny werkte hij samen met het Britse “open source” journalistieke apparaat Bellingcat om
de misdaad op de Russische FSB-inlichtingendiensten te pinnen. Hoewel
het algemeen bekend is dat Bellingcat wordt gefinancierd
door
de National Endowment for Democracy, een
Amerikaanse overheidsentiteit die operaties voor regime-change over
de hele wereld ondersteunt, is dat feit nooit genoemd tussen alle
stapels complimenteuze artikelen die commerciële media, waaronder
Reuters, hebben gepubliceerd over de organisatie.
De
rol van Bellingcat als partner in het door het UK FCO gefinancierde
EXPOSE Consortium van het Zinc Network kan een extra laag van
wantrouwen over de claim van de outlet op onafhankelijkheid
toevoegen.
In de gelekte documenten van 2018 werd Bellingcat
inderdaad vermeld als een belangrijk lid van het 'Netwerk van ngo's'
van Zinc. Onder de leden van het netwerk bevond zich het Institute
for Statecraft, de
façade
voor
de Integrity Initiative.
(fig.25)
Bellingcat-oprichter
Eliot Higgins heeft met klem ontkend financiering van de Britse FCO
te aanvaarden of ermee samen te werken. Maar nadat begin 2019 Zinc
documenten naar buiten kwamen, maakte Higgins bekend dat een versie
van het Zinc voorstel groen licht had gekregen van het ministerie van
Buitenlandse Zaken.
5E%7Ctwcon%5Es1_c10&ref_url=https%3A%2F%2Fthegrayzone.com%2F2021%2F02%2F20%2Freuters-bbc-uk-foreign-office-russian-media%2F
Christian
Triebbert, een medewerker van Bellingcat die door de Zinc-documenten
werd genoemd als potentiële trainer en nu hoofd van de
videoonderzoekseenheid van de New York Times, beweerde dat het
programma bestond uit goedaardige workshops over “digitaal
onderzoek en verificatievaardigheden”.
Wat hij en Higgins
echter niet noemden, was dat Bellingcat blijkbaar door het Zinc
Network was uitgezonden om te “reageren” op de
parlementsverkiezingen van 2019 in Noord-Macedonië. De inzet was
hoog, aangezien de verkiezingen waarschijnlijk zouden bepalen of het
kleine landje de NAVO en de EU zou toetreden. De pro-NAVO-kandidaat
zegevierde, en niet zonder een beetje hulp van het Britse ministerie
van Buitenlandse Zaken en zijn bondgenoten.
Volgens
het voorstel van Zinc heeft Bellingcat training gegeven aan het 'Most
Network', een Macedonisch mediakanaal. Het werd bijgestaan door 'DFR
Lab', een project van de door de NAVO en de VS gefinancierde Atlantic
Council in Washington, DC.
(fig.26)
Na
blijkbaar deel te hebben genomen aan de geheime door de UK FCO
gefinancierde interventie in Noord-Macedonië, publiceerde Bellingcat
voorafgaand aan de parlementsverkiezingen van 2020 een artikel met de
titel “Ruslands inmenging in Noord-Macedonië”.
Verschillende
Zinc Network-documenten vermelden Reuters als lid van de door de FCO
gefinancierde Britse media-interventie van het Consortium in de
Baltische staten.
Gevraagd
door The Grayzone hoe de deelname van Reuters aan door de UK FCO
gefinancierde programma's om Rusland tegen te werken in
overeenstemming was met de 'Trust Principles' van de nieuwsorganisatie,
verklaarde woordvoerder Jenny Vereker: “Deze financiering
ondersteunt ons onafhankelijke werk om journalisten en journalistiek
over de hele wereld te assisteren, als onderdeel van onze missie om
een vrij en levendig wereldwijd media-ecosysteem te versterken om
meerdere stemmen te ondersteunen en de stroom van nauwkeurige en
onafhankelijke informatie te behouden. We doen dit omdat nauwkeurige
en evenwichtige berichtgeving een cruciale pijler is van elke vrije,
eerlijke en geïnformeerde samenleving.”
In
de afgelopen jaren hebben de BBC en Reuters een steeds agressievere
rol gespeeld bij het demoniseren van de regeringen van landen waar
Londen en Washington regimewisseling nastreven. Ondertussen zijn er
schijnbaar van de ene op de andere dag spraakmakende online
onderzoeks-sites zoals Bellingcat ontstaan om deze inspanningen te
ondersteunen.
Met
de publicatie van de UK FCO-documenten moeten er vragen worden
gesteld of deze gewaardeerde nieuwsorganisaties echt de
onafhankelijke en ethische journalistieke entiteiten zijn die ze
beweren te zijn. Terwijl ze zich bezighouden met “autoritaire”
staten en kwaadaardige Russische activiteiten, hebben ze weinig te
zeggen over de machinaties van de machtige westerse regeringen in hun
directe midden. Misschien zijn ze terughoudend om in de hand te
bijten die hen voedt.
Dit werk valt onder een
Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.