vrijdag, mei 20, 2016

Fikse onenigheid over vermeende belangenverstrengeling binnen de Wereldgezondheidsorganisatie WHO

Dit is een vertaling van het Guardian artikel van 17 mei 2016 met de titel  'UN/WHO panel in conflict of interest row over glyphosate cancer risk '

 
De voorzitter van de JMPR (de Joint Meeting on Pesticide Residues, een VN panel van deskundigen dat een inschatting moet maken van de gevolgen voor de volksgezondheid van restanten van pesticiden) is mede-directeur van een wetenschappelijk instituut dat donaties ontvangt van Monsanto, dat glyfosaat gebruikt. 

Een VN wetenschapspanel dat dinsdag oordeelde dat glyfosaat 'waarschijnlijk niet kankerverwekkend voor mensen' is inmiddels verwikkeld in een bittere ruzie over mogelijke belangenverstrengeling. Gebleken is dat het instituut waar de voorzitter van de JMPR aan verbonden is, een bedrag van zes cijfers heeft ontvangen van Monsanto, dat de substantie als hoofdbestanddeel gebruikt in zijn Roundup onkruidverdelger.

De voorzitter van dit panel (bestaande uit leden van de FAO/WHO) professor Alan Boobis, werkt tevens als de vice-president van de 'International Life Science Institute' (ILSI) voor Europa. De co-voorzitter van de sessies was professor Angelo Moretto, een bestuurslid van ILSI's 'Health and Environmental Services Institute', en van diens 'Risk21' stuurgroep, waarvan Boobis ook co-voorzitter is.

In 2012 ontving de ILSI groep een donatie van $ 500.000 van Monsanto en $ 528.500 als donatie van de industriegroep ´Croplife International´, dat Monsanto, Dow, Syngenta en anderen vertegenwoordigt, volgens documenten die verkregen werden dankzij het ´US right to know´ project.

Alan Boobis reageerde met: "Mijn rol in ILSI (en twee takken daarvan) is als publieke sector-lid en voorzitter van hun raad van bestuur, posities die niet worden vergoed. De raden van bestuur zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de organisaties en hun wetenschappelijke programma's."

Maar het nieuws leidde tot woedende veroordelingen van groene Europarlementariërs en NGO's, nog eens versterkt door het feit dat het rapport twee dagen voor een EU-stemming over verlenging van de glyfosaatvergunning naar buiten werd gebracht. Een vergunning die voor de industrie een waarde van vele miljarden vertegenwoordigt.

Vito Buonsante, een advocaat van de ClientEarth groep, zei: "Er is hier duidelijk sprake van een belangenconflict als de evaluatie van de veiligheid van glyfosaat wordt gedaan door wetenschappers die rechtstreeks betaald worden door de industrie. Dit onderzoek kan op geen enkele verantwoorde manier meegenomen worden bij de afweging om glyfosaat goed te keuren."

Europarlementariër voor De Groenen/VEA, Bart Staes "De timing van de publicatie van dit rapport door de FAO / WHO zou als cynisch kunnen worden omschreven, als het niet zo'n schaamteloos politieke en onbehouwen poging was om het EU besluit later deze week over de toelating van glyfosaat te beïnvloeden.

De WHO zegt van zijn kant dat de timing van het uitbrengen van het rapport zo dicht voor de EU-beslissing toeval was, en maanden geleden al gepland was.

Het debat over glyfosaat, de meest gebruikte herbicide in de menselijke geschiedenis, is in Brussel als een bliksemafleider gaan fungeren, vanwege het wijdverbreide gebruik met gewassen die genetisch gemanipuleerd zijn om het product te weerstaan. Het gebruik ervan heeft ook geleid tot meldingen van geassocieerde schade aan de gezondheid, aangrenzende flora, insecten en dieren.

Het debat over de wetenschappelijke reputatie van de ILSI kent ook een tumultueus achtergrondverhaal. In 2012 schortte het Europees Parlement de financiering op van de 'Europese Autoriteit voor voedselveiligheid' (EFSA) gedurende een periode van zes maanden, naar aanleiding van een reeks van beschuldigingen van belangenverstrengeling waarbij ILSI leden in het bestuur van de EFSA en zijn commissies betrokken waren.

Het geschil leidde tot het ontslag van de voorzitter van de EFSA raad van bestuur, evenals het aftreden van Moretto als lid van het EFSA pesticiden panel , wegens het verzwijgen van zijn banden met de industrie en ILSI. De adviserende functie die Boobis in 2012 bekleedde bij EFSA werd stopgezet. Toentertijd beschreef ILSI zichzelf als een "belangrijke partner voor de Europese industrie", maar zegt nu dat het een non-profit organisatie is die zich laat leiden door wetenschappelijke en milieu overwegingen en dat het geen lobby voert of beleidsaanbevelingen doet.

Deze beschrijving van de groep werd bevestigd door Dr Philippe Verger, een ambtenaar van de WHO en secretaris van het VN-panel over glyfosaat. Hij zei dat ILSI het beste als een 'ontmoetingsplaats' voor wetenschappelijke discussies omschreven kon worden.

Verger vertelde de Guardian: "ILSI is geen onafhankelijke instantie. Dat is overduidelijk. Private bedrijven steunen het en de gehele structuur. Maar het doel van ILSI en van de bedrijven is om een ruimte te creëren voor discussie en interactie tussen de private en de publieke sector. Het is niet ILSI's bedoeling om zich te richten op een onderwerpen die van economisch belang zijn voor de individuele bedrijven. Het is meer een forum."

Op de FAQ site van de WHO staat dat men, indien er sprake is van een belangenconflict, men deskundigen zal uitsluiten die 'vormen van economische relaties hebben die hu neutraliteit kunnen ondermijnen.'

Greenpeace was echter niet overtuigd. De directeur voor EU-voedselbeleid, Franziska Achterberg, zei: "Zelfs EFSA - niet bepaald een lichtend voorbeeld als het gaat om de onpartijdigheid - laat wetenschappers die gebonden zijn aan ILSI niet toe aan deskundigenpanels. Elke beslissing die genomen moet worden voor miljoenen mensen zou gebaseerd moeten zijn op volledig transparante en onafhankelijke wetenschap die niet gebonden is aan zakelijke belangen."

Net als bij een EFSA beoordeling dat ook de woede opriep bij milieuactivisten, was de JMPR beslissing gebaseerd op vertrouwelijke industrie dossiers die niet voor het publiek beschikbaar waren.

Een apart uitgebracht rapport van vorig jaar door het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) dat uitsluitend gebruik maakte van openbaar beschikbare studies, concludeerde dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend was voor de mens. Maar WHO woordvoerders houden vol dat de twee documenten elkaar niet tegenspreken, en merkt op dat het IARC een potentieel gevaar identificeerde, terwijl de JMPR het daaraan verbonden risico trachtte te kwantificeren.

Verger zei: "Elk jaar evalueren we zo'n 10-30 formules, en ik kan u vertellen dat veel van hen gevaarlijker en krachtiger zijn dan glyfosaat. We voelen ons een beetje ongemakkelijk omdat er zoveel belangstelling is voor deze evaluatie alleen maar omdat dit bepaalde bestrijdingsmiddel wordt gebruikt voor genetisch gemodificeerde gewassen."

*Update* Vooral door toedoen van Frankrijk en Duitsland (gisteren, 19 mei), die niet akkoord gingen met verlenging voor een periode van 9 jaar zoals die nu op tafel lag (was eerst 15 en daarna 10 jaar) is de stemming over de verlenging voor onbepaalde tijd uitgesteld.



Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie.

Geen opmerkingen: